- VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID
PERSCONFERENTIE
Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB
Frankfurt am Main, 14 april 2022
Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.
De Russische agressie tegen Oekraïne veroorzaakt onnoemelijk lijden. Ook de economie wordt getroffen, in Europa en daarbuiten. Het conflict en de daaraan verbonden onzekerheid drukken zwaar op het vertrouwen van bedrijven en consumenten. Handelsverstoringen leiden tot nieuwe tekorten aan materiaal en productiemiddelen. Door sterk stijgende prijzen van energie en grondstoffen loopt de vraag terug en wordt de productie geremd. Hoe de economie zich ontwikkelt, hangt met name af van het verloop van het conflict, de impact van de al getroffen sancties en van eventuele nieuwe maatregelen. Tegelijkertijd ondervindt de economische bedrijvigheid nog steeds steun van de heropening van de economie na de crisisfase van de pandemie. De inflatie is aanzienlijk gestegen en blijft ook de komende maanden hoog, vooral als gevolg van de scherpe stijging van de energiekosten. In veel sectoren is de inflatiedruk opgelopen.
Tijdens de vergadering van vandaag hebben we geoordeeld dat de gegevens die sinds de vorige vergadering beschikbaar zijn gekomen, onze verwachting versterken dat de netto activa-aankopen uit hoofde van het programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme – APP) moeten worden beëindigd in het derde kwartaal. In de toekomst blijft ons monetair beleid afhankelijk van de binnenkomende gegevens en de ontwikkeling van onze beoordeling van de vooruitzichten. In het licht van de huidige grote onzekerheid zullen we bij ons monetair beleid blijven uitgaan van optionaliteit, geleidelijkheid en flexibiliteit . De Raad van Bestuur zal alle noodzakelijke maatregelen nemen om het mandaat van de ECB op het vlak van prijsstabiliteit te vervullen en bij te dragen aan het verzekeren van de financiële stabiliteit.
Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze inschatting van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.
Economische bedrijvigheid
In het laatste kwartaal van 2021 is de economie van het eurogebied met 0,3 procent gegroeid. In het eerste kwartaal van 2022 is de groei naar schatting zwak gebleven, grotendeels als gevolg van de beperkingen in verband met de pandemie.
Verschillende factoren wijzen op trage groei ook in de komende periode. De oorlog drukt reeds het vertrouwen van bedrijven en consumenten, onder meer door de onzekerheid die ermee gepaard gaat. Als gevolg van de scherp gestegen energie- en grondstoffenprijzen zien huishoudens hun kosten van levensonderhoud stijgen, en bedrijven hebben te maken met hogere productiekosten. De oorlog heeft voor nieuwe knelpunten gezorgd, terwijl nieuwe coronamaatregelen in Azië tot problemen in toeleveringsketens bijdragen. Sommige sectoren hebben te maken met groeiende problemen om hun productiemiddelen in te kopen, wat de productie verstoort. Er zijn echter tevens factoren die het lopende herstel ondersteunen, zoals compenserende begrotingsmaatregelen en de mogelijkheid voor huishoudens om hun tijdens de pandemie opgebouwde spaartegoeden aan te spreken. Bovendien zullen de inkomens en bestedingen blijven profiteren van de heropening van de sectoren die het zwaarst door de pandemie zijn getroffen en van de sterke arbeidsmarkt.
Steun door middel van monetair en begrotingsbeleid blijft van cruciaal belang, vooral in deze moeilijke geopolitieke situatie. Bovendien zal de succesvolle tenuitvoerlegging van de investerings- en hervormingsplannen in verband met het NextGenerationEU-programma zorgen voor een versnelling van de groene en energietransitie. Dit moet helpen om de groei en weerbaarheid in het eurogebied op lange termijn te versterken.
Inflatie
De inflatie is in maart tot 7,5 procent gestegen, tegen 5,9 procent in februari. Na het uitbreken van de oorlog zijn de energieprijzen verder opgelopen, en ze zijn inmiddels 45 procent hoger dan een jaar geleden. De energieprijzen blijven de voornaamste reden voor de hoge inflatie. Uit marktindicatoren komt naar voren dat de energieprijzen op korte termijn hoog blijven, maar daarna treedt enige matiging op. De prijzen van voedingsmiddelen zijn ook scherp gestegen. Dit is het gevolg van de hoge transport- en productiekosten, met name de hogere prijs van meststoffen, die gedeeltelijk verband houden met de oorlog in Oekraïne.
De prijsstijgingen zijn meer wijdverspreid geworden. In veel sectoren zorgen de energiekosten voor oplopende prijzen. Tevens blijven de prijzen onder opwaartse druk staan van toeleveringsknelpunten en de normalisatie van de vraag naarmate de economie verder opengaat. In de afgelopen maanden zijn de maatstaven van de kerninflatie boven de twee procent gestegen. Wegens de rol van tijdelijke, met de pandemie samenhangende factoren en de indirecte effecten van hogere energieprijzen is het onzeker hoelang de stijging van deze indicatoren zal voortduren.
De arbeidsmarkt blijft aantrekken, met een daling van de werkloosheid tot een historisch dieptepunt van 6,8 procent in februari. In veel sectoren staan vacatures open, hetgeen nog steeds op een krachtige vraag naar arbeid wijst. Toch blijft de loongroei over het geheel genomen beperkt. De terugkeer van de economie naar volle capaciteit zou na verloop van tijd een snellere loongroei moeten ondersteunen. Hoewel diverse, van financiële markten en enquêtes bij deskundigen afgeleide maatstaven van de inflatieverwachtingen voor de langere termijn grosso modo circa twee procent bedragen, moeten initiële tekenen van herzieningen van die indicatoren tot boven de doelstelling op de voet worden gevolgd.
Beoordeling van risico's
Als gevolg van de oorlog in Oekraïne zijn de neerwaartse risico’s voor de groeivooruitzichten aanzienlijk gestegen. Hoewel de risico’s met betrekking tot de pandemie zijn afgenomen, kan de oorlog een nog groter effect hebben op het economisch vertrouwen en kan deze de beperkingen aan de aanbodzijde verder doen verslechteren. Door aanhoudend hoge energiekosten, in combinatie met een verlies aan vertrouwen, zou de vraag kunnen vertragen en zouden de consumptie en investeringen sterker dan verwacht kunnen worden afgeremd.
Ook de opwaartse risico’s met betrekking tot de inflatievooruitzichten zijn groter geworden, met name op de korte termijn. De risico’s voor de inflatievooruitzichten op middellange termijn omvatten bewegingen in de inflatieverwachtingen tot boven de doelstelling, hogere dan verwachte loonstijgingen en een duurzame verslechtering van de omstandigheden aan de aanbodzijde. Maar als de vraag op middellange termijn zou afnemen, zou dit tot een lagere prijsdruk leiden.
Financiële en monetaire omstandigheden
De financiële markten zijn zeer volatiel sinds de oorlog begon en financiële sancties werden opgelegd. De marktrentes zijn opgelopen naar aanleiding van de veranderende vooruitzichten voor het monetair beleid, de macro-economische omgeving en de inflatiedynamiek. De financieringskosten voor banken zijn verder opgelopen. Tegelijkertijd zijn er tot dusver geen ernstige spanningen in de geldmarkten, noch liquiditeitstekorten in het bankenstelsel in het eurogebied.
Hoewel de bancaire rentes voor bedrijven en huishoudens laag zijn gebleven, is hierin de stijging van de marktrentes zichtbaar aan het worden. De kredietverlening aan huishoudens houdt stand, vooral voor woningaankopen. De kredietverstrekking aan bedrijven heeft zich gestabiliseerd.
Uit onze jongste enquête naar de bancaire kredietverlening komt naar voren dat de kredietcriteria voor bedrijfsleningen en voor woningkredieten in het eerste kwartaal van het jaar over het algemeen zijn aangescherpt, aangezien kredietverschaffers zich meer zorgen maken over de risico’s waaraan hun klanten in een onzeker klimaat blootstaan. Naar verwachting worden de kredietcriteria in de komende maanden verder aangescherpt, naarmate banken rekening houden met de ongunstige economische invloed van de Russische agressie tegen Oekraïne en hogere energieprijzen.
Conclusie
Samengevat: de oorlog in Oekraïne treft de economie in het eurogebied hard, en hierdoor is de onzekerheid aanzienlijk toegenomen. De invloed van de oorlog op de economie hangt af van het verloop van het conflict, het effect van de al getroffen sancties en van eventuele nieuwe maatregelen. De inflatie is aanzienlijk gestegen en blijft ook de komende maanden hoog, vooral als gevolg van de scherpe stijging van de energiekosten. We zijn zeer alert op de huidige onzekerheden en volgen de binnenkomende gegevens op de voet wat betreft de gevolgen ervan voor de inflatievooruitzichten op middellange termijn. Ons beleid zal gekalibreerd blijven worden aan de hand van data, rekening houdend met de ontwikkeling van onze beoordeling van de vooruitzichten. We staan klaar om al onze instrumenten binnen ons mandaat, zo nodig flexibel, aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie zich op middellange termijn op onze doelstelling van twee procent stabiliseert.
We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.
Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- media@ecb.europa.eu
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media