Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
  • ECB-BLOG

Vergroening van het monetair beleid

Blogpost van Frank Elderson, directielid van de ECB

13 februari 2021

Klimaatverandering vraagt om dringende maatregelen, en de kansen om het tij te keren slinken snel. De ECB moet haar bijdrage leveren. Dat roept echter enkele vragen op: waarom zou de ECB zich zorgen moeten maken over klimaatverandering en hoe valt dat te rijmen met haar mandaat? Dit zijn belangrijke vragen die we serieus nemen: de Europese Unie is gegrondvest op de beginselen van de rechtsstaat en de ECB kan alleen handelen binnen de door de oprichtingsverdragen vastgestelde grenzen.

Toen het mandaat van de ECB werd opgesteld, was klimaatverandering geen urgent probleem. Wel zijn er in ons mandaat wijselijk regels en principes opgenomen over wat we moeten doen, wat we kunnen doen en waar de grenzen van onze verantwoordelijkheid liggen om het hoofd te bieden aan toekomstige uitdagingen, zoals de klimaatverandering. Een zorgvuldige lezing van de Verdragen leert dat ze essentiële beleidsruimte afbakenen waarbinnen wij nu onze beslissingen moeten nemen.

Ten eerste is het hoofddoel van de ECB het handhaven van prijsstabiliteit. Klimaatverandering kan de inflatie direct raken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer door meer overstromingen en droogte gewassen verloren gaan en de voedselprijzen stijgen. Ook maatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan kunnen de consumptieprijzen (bijv. voor elektriciteit en benzine) beïnvloeden, zowel direct als indirect, onder meer doordat ze de productiekosten kunnen verhogen. Deze thema's raken duidelijk de kern van ons mandaat. Bovendien kan het monetair beleid minder doeltreffend worden door de gevolgen van structurele veranderingen in verband met het klimaat of door verstoring van het financiële stelsel. Verliezen als gevolg van rampen en gestrande activa kunnen bijvoorbeeld de kredietverlening aantasten. Tijdens de staatsschuldencrisis en de pandemie heeft de ECB resoluut actie ondernomen en nieuwe beleidsinstrumenten ontwikkeld om de eenheid en doeltreffendheid van het monetaire beleid te behouden. Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft bevestigd dat het vervullen van de vereiste voorwaarden voor de verwezenlijking van onze primaire doelstelling spoort met ons prijsstabiliteitsmandaat.

Ten tweede, wat soms over het hoofd gezien wordt, verplichten de Verdragen de ECB, “het algemene economische beleid in de Unie te ondersteunen”, zolang het geen afbreuk doet aan de prijsstabiliteitsdoelstelling. Volgens het EU-recht betekent dit onder meer bijdragen tot “de duurzame ontwikkeling van Europa op basis van [...] een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu”. Dit mandaat, dat soms de “secundaire doelstelling van de ECB” wordt genoemd, bepaalt dat de ECB de plicht – niet de mogelijkheid – heeft hieraan bij te dragen.

Daarnaast wordt in de Verdragen uitdrukkelijk bepaald dat milieubeschermingseisen moeten worden geïntegreerd in de vaststelling en uitvoering van elk beleid en elk optreden van de EU, dus ook in het handelen van de ECB. Meer in het algemeen vereisen de Verdragen samenhang tussen de beleidsmaatregelen van de EU. Deze bepalingen geven de ECB weliswaar geen specifiek mandaat voor actie op het gebied van klimaatverandering, maar vereisen wel dat we bij het nastreven van zowel onze primaire als secundaire doelstelling rekening houden met de doelstellingen en het beleid van de EU op het vlak van milieu.

En in ieder geval moet de ECB reageren op risico’s in verband met klimaatverandering die gevolgen kunnen hebben voor haar balans.

De Verdragen stellen ook grenzen aan de maatregelen die de ECB op klimaatgebied kan nemen. Ten eerste mag de steun van de ECB voor het EU-beleid geen afbreuk doen aan de primaire doelstelling van prijsstabiliteit. Ten tweede mogen we geen inbreuk maken op de bevoegdheden van andere instanties die verantwoordelijk zijn voor het milieubeleid op EU- of nationaal niveau. Anders dan voor prijsstabiliteit, zijn we geen beleidsmakers op dit gebied, maar we moeten ons aansluiten bij het evenwicht dat de politieke instellingen en de lidstaten van de EU tussen milieubelangen en andere maatschappelijke belangen nastreven. We moeten bijdragen aan het slagen van het beleid inzake klimaatverandering, maar kunnen dat beleid niet zelf vormgeven. Krachtens het evenredigheidsbeginsel kunnen de inhoud en de vorm van ons optreden bovendien niet verder gaan dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken. Tot slot moet de ECB handelen “in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd”.

Deze regels stellen algemene – maar duidelijke – verplichtingen en beperkingen vast voor de manier waarop de ECB moet bijdragen aan de dringende behoefte van de samenleving om klimaatverandering aan te pakken. Ze bieden aanzienlijke ruimte voor noodzakelijke actie in onze verschillende functies. Klimaatoverwegingen maken een essentieel onderdeel uit van de lopende evaluatie van onze strategie voor het monetair beleid. We nemen nu al maatregelen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van klimaatverandering op het gebied van financiële stabiliteit, we hebben meer duidelijkheid verschaft over onze toezichtsverwachtingen betreffende de aanpak van klimaatrisico’s door banken, we voeren een klimaatstresstest uit en we zijn een van de 83 leden van het Netwerk voor vergroening van het financiële stelsel. Deze overwegingen en acties laten zien dat de ECB vastbesloten is haar mandaat uit te voeren en tegelijkertijd de nodige urgentie te geven aan de problematiek van de klimaatverandering.

Deze blogpost werd als opiniestuk gepubliceerd in: De Tijd en Le Soir (België), Phileleftheros (Cyprus), Hufvudstadsbladet (Finland), Le Monde (Frankrijk), Frankfurter Allgemeine Zeitung (Duitsland), Ta Nea (Griekenland), Domani (Italië), Delfi (Letland), Times of Malta, Het Financieele Dagblad (Nederland), Observador (Portugal) in La Razón (Spanje).