Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32014D0057(01)

Besluit (EU) 2015/298 van de Europese Centrale Bank van 15 december 2014 inzake de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank (herschikking) (ECB/2014/57)

PB L 53 van 25.2.2015, blz. 24–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht: Dezehandelingisgewijzigd. Huidige geconsolideerde versie: 31/12/2020

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/298/oj

25.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 53/24


BESLUIT (EU) 2015/298 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 15 december 2014

inzake de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/57)

(herschikking)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 33,

Overwegende:

(1)

Besluit ECB/2010/24 (1) bepaalt hoe de Europese Centrale Bank (ECB) aan de NCB's verdeelt: a) haar in de loop van elk boekjaar verkregen inkomsten uit bankbiljetten in omloop, en b) haar in de loop van elk boekjaar verkregen inkomsten uit effecten die zijn aangekocht uit hoofde van het programma voor de effectenmarkten (SMP).

(2)

Besluit ECB/2010/24 moet gewijzigd worden om rekening te houden met de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de ECB uit de aankoop van gedekte obligaties en effecten op onderpand van activa overeenkomstig Besluit ECB/2014/40 (2) en Besluit ECB/2014/45 (3). Voor de duidelijkheid moet het besluit derhalve herschikt worden.

(3)

Besluit ECB/2010/29 (4) stelt de toedeling van in omloop zijnde eurobankbiljetten aan de NCB's vast naar rato van hun gestorte aandeel in het ECB-kapitaal. Artikel 4 van Besluit ECB/2010/29 en de bijlage bij dat besluit delen 8 % van de totale waarde van in omloop zijnde eurobankbiljetten toe aan de ECB. Binnen het Eurosysteem houdt de ECB vorderingen ter waarde van de door haar uitgegeven eurobankbiljetten op de NCB's naar rato van hun aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal.

(4)

Ingevolge artikel 2, lid 2, van Besluit ECB/2010/23 (5) is de op de vergoeding van tegoeden binnen het Eurosysteem toepasselijke rente de referentierente. Ingevolge artikel 2, lid 3, van Besluit ECB/2010/23 wordt deze vergoeding door middel van betalingen via het Target2-systeem verrekend.

(5)

Overweging 7 van Besluit ECB/2010/23 bepaalt dat de inkomsten die de ECB in verband met haar aandeel in eurobankbiljetten in omloop verkrijgt uit de rentevergoeding op haar vorderingen binnen het Eurosysteem op NCB's in beginsel in hetzelfde boekjaar waarin de inkomsten worden verkregen, aan de NCB's uitgedeeld moeten worden naar rato van hun aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal.

(6)

Ook de ECB-inkomsten uit krachtens het SMP, het derde aankoopprogramma voor gedekte obligaties („CBPP3”) en het aankoopprogramma voor effecten op onderpand van activa („ABSPP”) aangekochte effecten, moeten in beginsel in hetzelfde boekjaar waarin de inkomsten worden verkregen aan de NCB's uitgedeeld worden naar rato van hun aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal.

(7)

Bij het verdelen van de inkomsten die de ECB in verband met haar aandeel in omloop zijnde eurobankbiljetten verkrijgt uit de rentevergoeding van haar vorderingen binnen het Eurosysteem op NCB's, moet de ECB een raming van haar financieel resultaat voor het betreffende jaar in aanmerking nemen, rekening houdende met de noodzaak middelen toe te delen aan een voorziening voor wisselkoers-, rente- en goudprijsrisico's, en tevens rekening houdende met de beschikbaarheid van voorzieningen die kunnen worden aangewend ter verrekening van verwachte onkosten.

(8)

Voor de vaststelling van het bedrag van de ECB-nettowinst dat krachtens artikel 33.1 van de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank („ESCB-statuten”) overgedragen moet worden naar het algemeen reservefonds, moet de Raad van bestuur rekening houden met het feit dat enig deel van die winst dat gelijk is aan de inkomsten uit in omloop zijnde eurobankbiljetten en inkomsten uit krachtens het SMP, het CBPP3 en het ABSPP aangekochte effecten volledig onder de NCB's verdeeld moeten worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a)   „NCB”: de nationale centrale bank van een eurogebiedlidstaat;

b)   „tegoeden binnen het Eurosysteem betreffende in omloop zijnde eurobankbiljetten”: de vorderingen en verplichtingen tussen een NCB en de ECB en tussen een NCB en de overige NCB's die voortvloeien uit de toepassing van artikel 4 van Besluit ECB/2010/29;

c)   „inkomsten van de ECB uit in omloop zijnde eurobankbiljetten”: de inkomsten die de ECB in verband met haar aandeel in in omloop zijnde eurobankbiljetten verkrijgt uit de rentevergoeding van haar vorderingen binnen het Eurosysteem op NCB's als gevolg van de toepassing van artikel 2 van Besluit ECB/2010/23;

d)   „ECB-inkomsten uit effecten”: de netto-inkomsten uit aankopen door de ECB van i) effecten krachtens het SMP overeenkomstig Besluit ECB/2010/5 (6), ii) gedekte obligaties krachtens het CBPP3 overeenkomstig Besluit ECB/2014/40, en iii) effecten op onderpand van activa krachtens het ABSPP overeenkomstig Besluit ECB/2014/45.

Artikel 2

Tussentijdse verdeling van de ECB-inkomsten uit eurobankbiljetten in omloop en de ECB-inkomsten uit effecten

1.   De ECB-inkomsten uit in omloop zijnde eurobankbiljetten en de ECB-inkomsten uit effecten zijn volledig verschuldigd aan de NCB's in hetzelfde boekjaar waarin de inkomsten worden verkregen, en worden onder de NCB's naar rato van hun gestorte aandelen in het geplaatste kapitaal van de ECB verdeeld.

2.   Tenzij de Raad van bestuur anderszins besluit, verdeelt de ECB haar in de loop van elk boekjaar verkregen inkomsten uit eurobankbiljetten in omloop en haar inkomsten uit effecten in elk boekjaar op de laatste werkdag van januari van het volgende jaar.

3.   Overeenkomstig enig besluit van de Raad van bestuur op basis van de ESCB-statuten kunnen de inkomsten van de ECB uit in omloop zijnde eurobankbiljetten worden verminderd met door de ECB in verband met de uitgifte en verwerking van eurobankbiljetten gemaakte kosten.

Artikel 3

Afwijking van artikel 2

In afwijking van artikel 2 besluit de Raad van bestuur voor het einde van het boekjaar of de in dat artikel bedoelde ECB-inkomsten geheel of gedeeltelijk voor zover noodzakelijk ingehouden moeten worden om te waarborgen dat het bedrag van de verdeelde inkomsten niet hoger uitvalt dan de ECB-nettowinst van dat jaar. Elke beslissing van dien aard neemt de Raad van bestuur indien zij op basis van een door de directie opgestelde met redenen omklede raming verwacht dat de ECB over het gehele jaar genomen verlies zal lijden of een netto jaarwinst zal behalen die lager is dan haar in artikel 2 geraamde inkomsten. De Raad van bestuur kan voor het einde van het boekjaar besluiten de in dat artikel bedoelde ECB-inkomsten geheel of gedeeltelijk over te dragen naar een voorziening voor wisselkoers-, rente- en goudprijsrisico's.

Artikel 4

Inwerkingtreding en intrekking

1.   Dit besluit treedt op woensdag 31 december 2014 in werking.

2.   Besluit ECB/2010/24 wordt met ingang van 31 december 2014 ingetrokken.

3.   Verwijzingen naar Besluit ECB/2010/24 gelden als verwijzingen naar dit besluit.

Gedaan te Frankfurt am Main, 15 december 2014.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Besluit ECB/2010/24 van 25 november 2010 inzake de tussentijdse verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank uit in omloop zijnde eurobankbiljetten en uit waardepapieren die zijn aangekocht uit hoofde van het programma voor de effectenmarkten (PB L 6 van 11.1.2011, blz. 35).

(2)  Besluit ECB/2014/40 van 15 oktober 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het derde programma voor de aankoop van gedekte obligaties (PB L 335 van 22.11.2014, blz. 22).

(3)  Besluit (EU) 2015/5 van de Europese Centrale Bank van 19 november 2014 houdende de tenuitvoerlegging van het programma voor de aankoop van effecten op onderpand van activa (ECB/2014/45) (PB L 1 van 6.1.2015, blz. 4).

(4)  Besluit ECB/2010/29 van 13 december 2010 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 26).

(5)  Besluit ECB/2010/23 van 25 november 2010 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van lidstaten die de euro als munt hebben (PB L 35 van 9.2.2011, blz. 17).

(6)  Besluit ECB/2010/5 van 14 mei 2010 houdende vaststelling van een programma voor de effectenmarkten (PB L 124 van 20.5.2010, blz. 8).


Naar boven