EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 51999HB0001

Aanbeveling van de Europese Centrale Bank voor een verordening (EG) van de Raad met betrekking tot door de Europese Centrale Bank opgeroepen verdere stortingen van externe reserves (ECB/1999/1)

PB C 269 van 23.9.1999, blz. 9–11 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

51999HB0001

Aanbeveling van de Europese Centrale Bank voor een verordening (EG) van de Raad met betrekking tot door de Europese Centrale Bank opgeroepen verdere stortingen van externe reserves (ECB/1999/1)

Publicatieblad Nr. C 269 van 23/09/1999 blz. 0009 - 0011


Aanbeveling van de Europese Centrale Bank voor een verordening (EG) van de Raad met betrekking tot door de Europese Centrale Bank opgeroepen verdere stortingen van externe reserves

(ECB/1999/1)

(1999/C 269/08)

TOELICHTING

I. INLEIDING

Ingevolge artikel 123, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hiernaa aangeduid als het "Verdrag"), dient de Raad van de Europese Unie (hierna aangeduid als de "Raad van de EU") de aanvullende wetgeving als bedoeld in artikel 107, lid 6, van het Verdrag, en artikel 42(1) van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (hiernaa aangeduid als de "statuten"), onmiddellijk na 1 juli 1998 goed te keuren. Het Verdrag voorziet in een speciale procedure voor de goedkeuring van de bepalingen als bedoeld in artikel 107, lid 6: de Raad van de EU stelt deze bepalingen vast hetzij op voorstel van de Commissie, hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank (ECB). Om dubbel werk te vermijden, zijn de ECB en de Commissie overeengekomen dat de ECB een aanbeveling voor een verordening van de Raad zoals bedoeld in artikel 30.4 van de statuten, zal voorbereiden.

II. ALGEMENE OVERWEGINGEN

Artikel 30.4(2) van de statuten bepaalt dat verdere stortingen van externe reserves boven de in artikel 30.1 gestelde grens door de ECB kunnen worden opgeroepen. Tevens dient de Raad de grenzen en de voorwaarden voor deze verdere stortingen van externe reserves volgens de procedure zoals neergelegd in artikel 42 vast te stellen. In dit verband is het belangrijk dat de aanvullende wetgeving voorziet in een vooraf vastgestelde grens voor dergelijke verdere stortingen van externe reserves. Door in de aanvullende wetgeving slechts een bovengrens te stellen aan het bedrag aan externe reserves in plaats van specifieke voorwaarden te definiëren, wordt beoogd de noodzakelijke financiële onafhankelijkheid van de ECB te versterken en de flexibiliteit te verschaffen voor verschillende mogelijke scenario's die niet in een verordening van de Raad dienen te worden weerspiegeld. De beoordeling van de noodzaak van het oproepen tot verdere stortingen binnen de algemene grens die in de voorgestelde aanvullende wetgeving zal worden vastgelegd, dient aan de Raad van Bestuur te worden overgelaten, die dit besluit volgens de in artikel 10.3 in de statuten neergelegde stemprocedures dient te nemen.

Om ervoor te zorgen dat de aanvullende wetgeving met betrekking tot door de ECB opgeroepen verdere stortingen van externe reserves rechtstreeks toepasselijk is in de deelnemende lidstaten op identieke voorwaarden, moet deze wetgeving in de vorm van een verordening van de Raad van de EU worden goedgekeurd.

III. COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 1 - Definities

Dit artikel bevat de definities van de termen "deelnemende lidstaat", "nationale centrale bank" en "externe reserves" zoals gebruikt in de aanbeveling.

De definitie van "externe reserves" is in overeenstemming met de externe reserves die door de nationale centrale banken aan de ECB kunnen worden gedoteerd overeenkomstig artikel 30.1 van de statuten, d.w.z. uitgezonderd valuta's van de lidstaten, reserveposities in het IMF en bijzondere trekkingsrechten. Tevens zijn "externe reserves" zo gedefinieerd dat daaronder ook officiële externe reserves vallen, in overeenstemming met de formulering van artikel 105, lid 2, derde streepje, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Artikel 2 - Verdere stortingen van externe reserves

Dit artikel bepaalt dat de ECB de nationale centrale banken kan oproepen tot verdere stortingen van externe reserves boven de in artikel 30.1 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (hierna aangeduid als de "statuten") gestelde grens, en wel tot een additioneel bedrag van 50000 miljoen EUR. De overweging in dezen is dat een bedrag ter grootte van de grens die voor de eerste overdracht is vastgelegd, te weten 50000 miljoen EUR, voorlopig voldoet, maar dat deze bovengrens op een later tijdstip, zodra duidelijker is vastgesteld wat de mogelijke behoeften van de ECB zijn, verhoogd zou kunnen worden, volgens dezelfde procedure.

Artikel 2 bepaalt verder dat de centrale bank van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, of een centrale bank die op dezelfde grondslag wordt behandeld als de centrale bank van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, aan de ECB een bedrag aan externe reserves zal overdragen waarvan de hoogte wordt bepaald door de euro-waarde tegen lopende wisselkoersen van de reeds door middel van verdere stortingen aan de ECB overgedragen externe reserves te vermenigvuldigen met de ratio tussen het aantal aandelen waarop de betrokken nationale centrale bank heeft ingeschreven en het aantal aandelen dat de andere nationale centrale banken al hebben volgestort. Deze bepaling is bedoeld om ervoor te zorgen dat dezelfde methodologie voor de berekening van de hoogte van de externe reserves die aan de ECB dienen te worden overgedragen door de lidstaten die de euro in de toekomst zouden kunnen aannemen, wordt gebruikt voor verdere stortingen, zoals is vastgelegd voor de eerste storting van externe reserves overeenkomstig artikel 49.1 van de statuten.

Artikel 3 - Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking onmiddellijk na de publicatie ervan in het Pulicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

(1) Artikel 42 van de statuten luidt:

"Overeenkomstig artikel 106, lid 6, van het Verdrag stelt de Raad, onmiddellijk nadat de datum voor de aanvang van de derde fase is bepaald, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement van de ECB, hetzij op aanbeveling van de ECB en na raadpleging van het Europees Parlement en de Commissie, de in de artikelen 4, 5.4, 19.2, 20, 28.1, 29.2, 30.4 en 34.3 bedoelde bepalingen vast."

(2) Artikel 30.4 luidt:

"Verdere stortingen van externe reserves boven de in artikel 30.1 gestelde grens kunnen, overeenkomstig artikel 30.2, door de ECB worden opgeroepen, binnen de grenzen en onder de voorwaarden die door de Raad volgens de procedure van artikel 42 worden vastgesteld."

Verordening (EG) van de Raad met betrekking tot door de Europese Centrale Bank opgeroepen verdere stortingen van externe reserves

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (hierna aangeduid als de "Statuten"), inzonderheid op artikel 30.4;

Gelet op de aanbeveling van de Europese Centrale Bank (ECB);

Gelet op het advies van het Europees Parlement;

Gelet op het advies van de Commissie van de Europese Gemeenschappen,

Volgens de procedure neergelegd in artikel 107, lid 6, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna aangeduid als het "Verdrag") en artikel 42 van de statuten, en onder de voorwaarden neergelegd in artikel 122, lid 5, en punt 7 van het Protocol (nr. 11) betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

(1) Overwegende dat artikel 30.1 van de statuten bepaalt dat de ECB door de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten wordt gedoteerd med externe reserves, uitgezonderd valuta's van de lidstaten, euro's, reserveposities in het IMF en bijzondere trekkingsrechten, tot een bedrag van 50000 miljoen EUR;

(2) Overwegende dat artikel 30.4 van de statuten bepaalt dat de Raad de grenzen waarbinnen en de voorwaarden waaronder de ECB verdere stortingen van externe reserves boven de in artikel 30.1 van de statuten gestelde grens kan oproepen, dient vast te stellen;

(3) Overwegende dat artikel 30.4 van de statuten bepaalt dat dergelijke verdere stortingen dienen te worden opgeroepen overeenkomstig artikel 30.2 van de statuten; dat artikel 30.2 in samenhang met artikel 43.6 van de statuten en punt 10(b) van het Protocol (nr. 11) betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, bepaalt dat de bijdragen van iedere nationale centrale bank worden vastgesteld in verhouding tot haar aandeel in het kapitaal van de ECB dat door de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten is geplaatst;

(4) Overwegende dat artikel 10.3 in samenhang met artikel 43.4 van de statuten bepaalt dat voor alle besluiten die op grond van artikel 30 van de statuten dienen te worden genomen, de stemmen van de leden van de Raad van Bestuur worden gewogen overeenkomstig de verdeling van het geplaatste kapitaal van de ECB onder de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten;

(5) Overwegende dat uit artikel 30.4 van de statuten in samenhang met artikelen 43.4 en 43.6 van de statuten en punt 8 van het Protocol (nr. 11) betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en punt 2 van het Protocol (nr. 12) betreffende enkele bepalingen inzake Denemarken, voor de niet-deelnemende lidstaten geen rechten of verplichtingen voortvloeien;

(6) Overwegende dat artikel 49.1 van de statuten in samenhang met punt 10(b) van het Protocol (nr. 11) betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noor-Ierland bepaalt dat de centrale bank van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, of een centrale bank die op dezelfde grondslag wordt behandeld als de centrale bank van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, externe reserves aan de ECB overdraagt overeenkomstig artikel 30.1 van de statuten; dat artikel 49.1 van de statuten bepaalt dat het over te dragen bedrag wordt bepaald door de euro-waarde tegen lopende wisselkoersen van de reeds overeenkomstig artikel 30.1 aan de ECB overgedragen externes reserves te vermenigvuldigen met de ratio tussen het aantal aandelen waarop de betrokken nationale centrale bank heeft ingeschreven en het aantal aandelen dat de andere nationale centrale banken al hebben volgestort;

(7) Overwegende dat alle verwijzingen naar bedragen in euro in voornoemde bepalingen van het Verdrag in deze verordening en in elke door de ECB opgeroepen storting van externe reserves, verwijzingen zijn naar nominale bedragen in euro op het tijdstip dat de ECB een storting van dergelijke externe reserves oproept;

(8) Overwegende dat het toepasselijk wordt geacht dat de ECB, in het geval dat er behoefte bestaat aan externee reserves, kan oproepen tot verdere stortingen van externe reserves door de nationale centrale banken boven de in artikel 30.1 van de statuten gestelde grens, tot een additioneel bedrag van 50000 miljoen EUR; dat het bedrag aan externe reserves tot de storting waarvan de ECB de nationale centrale banken kan oproepen, door de Raad overeenkomstig de in artikel 42 van de statuten neergelegde procedure kan worden verhoogd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

- "externe reserves": alle door de nationale centrale banken aangehouden officiële externe reserves van de deelnemende lidstaten die luiden in of bestaan uit valuta's, rekeneenheden of goud, uitgezonderd valuta's van de lidstaten, euro's, reserveposities in het IMF en bijzondere trekkingsrechten;

- "nationale centrale bank": de centrale bank van een deelnemende lidstaat; en

- "deelnemende lidstaat": een lidstaat die overeenkomstig het Verdrag de eenheidsmunt heeft aangenomen.

Artikel 2

Verdere stortingen van externe reserves

1. De ECB kan verdere stortingen van externe reserves door de nationale centrale banken oproepen boven de in artikel 30.1 van de statuten gestelde grens, tot een additioneel bedrag van 50000 miljoen EUR, in het geval dat er behoefte bestaat aan dergelijke externe reserves.

2. De centrale bank van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, of een centrale bank die op dezelfde grondslag wordt behandeld als de centrale bank van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, draagt aan de ECB een bedrag aan externe reserves over waarvan de hoogte wordt bepaald door de euro-waarde tegen lopende wisselkoersen van de al overeenkomstig lid 1 van dit artikel aan de ECB overgedragen externe reserves te vermenigvuldigen met de ratio tussen het aantal aandelen waarop de betrokken nationale centrale bank heeft ingeschreven en het aantal aandelen dat de andere nationale centrale banken al hebben volgestort.

Artikel 3

Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Naar boven