EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32010D0009(01)

2010/451/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 29 juli 2010 inzake de toegang tot en het gebruik van bepaalde TARGET2-gegevens (ECB/2010/9)

PB L 211 van 12.8.2010, blz. 45–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Bijzondere uitgave in het Kroatisch: Hoofdstuk 01 Deel 015 blz. 189 - 191

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 19/03/2023; opgeheven door 32023D0549

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/451/oj

12.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/45


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 29 juli 2010

inzake de toegang tot en het gebruik van bepaalde TARGET2-gegevens

(ECB/2010/9)

(2010/451/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid op het eerste streepje en het vierde streepje van artikel 127, lid 2,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op het eerste en vierde streepje van artikel 3.1 en artikel 22,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtsnoer ECB/2007/2 van 26 april 2007 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees „real-time” brutovereveningssysteem (TARGET2) werd TARGET2 ingesteld (1).

(2)

TARGET2 functioneert op basis van één technisch platform, het Single Shared Platform (SSP) genaamd, beheerd door de Deutsche Bundesbank, Banque de France en Banca d’Italia (hierna de „SSP-leverende CB’s” genoemd). Het heeft de juridische structuur van een veelvoud van „real-time” brutovereveningssystemen, die elk een TARGET2-deelsysteem vormen dat wordt beheerd door een centrale bank van het Eurosysteem (CB). Voor zover mogelijk harmoniseert Richtsnoer ECB/2007/2 de regels voor de TARGET2-deelsystemen.

(3)

Het Eurosysteem voert oversight uit op TARGET2, de ECB geeft daaraan leiding.

(4)

Artikel 38, lid 1, van bijlage II bij Richtsnoer ECB/2007/2 — de Geharmoniseerde Voorwaarden voor deelname aan TARGET2 (hierna de „Geharmoniseerde Voorwaarden” genoemd) verplicht elke CB tot het bewaren van vertrouwelijkheid van alle gevoelige of geheime betalingsinformatie van de deelnemers die bij die CB TARGET2-rekeningen aanhouden, tenzij de deelnemer schriftelijk toestemming voor bekendmaking heeft verleend, dan wel die bekendmaking is toegestaan of vereist krachtens nationaal recht.

(5)

Artikel 38, lid 2 van de Geharmoniseerde voorwaarden bepaalt desalniettemin dat deelnemers aanvaarden dat indien een dergelijke openbaarmaking niet indruist tegen vigerend recht, elke CB gedurende het verwerkingsproces van het betrokken TARGET2-deelsysteem met betrekking tot de deelnemer verkregen betalingsinformatie bekend kan maken aan: i) andere CB’s of derden die betrokken zijn bij het verwerkingsproces van TARGET2, voor zover dit noodzakelijk is voor het efficiënt functioneren van TARGET2, dan wel ii) aan toezichthouders en „oversight”-autoriteiten van lidstaten en de Unie voor zover dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van hun overheidstaken.

(6)

Slechts indien het gebruik van geaggregeerde TARGET2-betalingsgegevens niet volstaat opdat de CB’s het efficiënte functioneren van TARGET2 kunnen garanderen, is het noodzakelijk dat alle CB’s toegang tot gegevens op transactieniveau hebben die zijn geselecteerd uit de SSP van de deelnemers in alle TARGET2-deelsystemen, waaronder indirecte deelnemers en adresseerbare BIC-houders. Indien het gebruik van geaggregeerde TARGET2-betalingsgegevens niet volstaat, wordt toegang voor alle CB’s tot gegevens op transactieniveau eveneens noodzakelijk voor het uitvoeren van overheidstaken van het Eurosysteem als TARGET2-overseer.

(7)

Die toegang van CB’s tot gegevens op transactieniveau van alle TARGET2-deelnemers dient te worden beperkt tot het noodzakelijke, zodat de CB’s, als TARGET2-beheerders en -overseers, kwantitatieve analyses kunnen uitvoeren van transactiestromen tussen TARGET2-deelnemers of numerieke simulaties kunnen maken van het TARGET2-afwikkelingsproces. Die toegang van CB’s dient alle informatie van klanten van deelnemers uit te sluiten, behalve wanneer die klanten indirecte deelnemers of adresseerbare BIC-houders zijn.

(8)

Deze kwantitatieve analyses en numerieke simulaties, die CB’s als TARGET2-beheerder uitvoeren, dienen met name de efficiëntie van het TARGET2-design te verzekeren, op de effecten van de prijsstellingsmechanismes toe te zien, en kosten-batenanalyses van aanvullende kenmerken en diensten te maken. Indien CB’s als TARGET2-overseer zulks doen, dienen deze met name de analyse van operationele storingen in TARGET2 te analyseren, veranderingen in betalingspatronen en -timing te analyseren, liquiditeitsniveau’s en afwikkelingsresultaten met verminderde liquiditeit te kwantificeren, statistische en structurele analyses van transactiestromen te maken, en op toepasselijke standaards gebaseerde periodieke en ad-hoc oversightbeoordelingen te ondersteunen.

(9)

Het is van groot belang de vertrouwelijkheid van gegevens op transactieniveau te handhaven. Te dien einde dienen de toegang tot en het gebruik van gegevens op transactieniveau beperkt te zijn tot een kleine groep van aangewezen CB-personeelsleden. Naast de op CB-personeelsleden toepasselijke regels inzake beroepsmoraliteit en vertrouwelijkheid, dient het Payment and Settlement Systems Comité (PSSC) van het Europees Stelsel van centrale banken specifieke regels vast te stellen voor de toegang tot en het gebruik van gegevens op transactieniveau. CB’s dienen naleving van deze regels door hun aangewezen personeelsleden te verzekeren en het PSSC dient op die naleving toezicht te houden.

(10)

Het PSSC moet van het gebruik van gegevens op transactieniveau afgeleide informatie kunnen publiceren, mits die informatie deelnemers of klanten van deelnemers direct noch indirect identificeert.

(11)

Om kwantitatieve analyses en numerieke simulaties middels gegevens op transactieniveau mogelijk te maken, dient het Eurosysteem een specifiek instrument op te zetten, de TARGET2-simulator.

(12)

Naast artikel 38, lid 2 van de Geharmoniseerde Voorwaarden dat gegevens op transactieniveau betreft, bepaalt de ruimere formulering van artikel 38, lid 3 van de Geharmoniseerde Voorwaarden dat mits de deelnemer of de klanten van de deelnemer direct noch indirect te identificeerbaar zijn, een CB informatie betreffende de deelnemer of de klanten van de deelnemer kan gebruiken, bekendmaken of publiceren voor statistische, historische, wetenschappelijke of andere doeleinden in de uitoefening van de publieke taken van de CB of van de taken van andere openbare lichamen waaraan de informatie bekend wordt gemaakt. Onverminderd de mogelijkheid voor de CB’s dergelijke informatie uit hoofde van dit artikel te gebruiken, bekend te maken of te publiceren, dient het PSSC het optreden van de CB’s te coördineren.

(13)

Artikel 5 van Richtsnoer ECB/2007/2 specificeert de TARGET2-bestuursniveau’s, onder meer bepalende dat de Raad van bestuur verantwoordelijk is voor de leiding, het beheer en de controle van TARGET2 en dat het PSSC de Raad van bestuur assisteert als advieslichaam in alle aangelegenheden betreffende TARGET2. Artikel 5 van Richtsnoer ECB/2007/2 bepaalt voorts dat het PSSC de aan de CB’s in Richtsnoer ECB/2007/2 toegekende taken uitoefent binnen het algemene door de Raad van bestuur gedefinieerde kader. In deze laatste hoedanigheid, dient het PSSC bepaalde taken uit hoofde van dit besluit uit te oefenen. Noodzakelijk zijn stemvoorschriften voor het PSSC en de mogelijkheid voor de Raad van bestuur de PSSC-besluiten te herzien.

(14)

Middels een overeenkomst tussen het Eurosysteem en de aan TARGET2 aangesloten centrale banken, die geen deel uitmaken van het Eurosysteem, zullen de bepalingen van dit besluit zullen tevens van toepassing zijn op deze banken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   CB’s maken op transactieniveau gebruik van de gegevens van alle deelnemers van alle TARGET2-deelsystemen, welke gegevens uit TARGET2 geselecteerd zijn om het efficiënte functioneren van TARGET2 en het oversight erop te verzekeren.

2.   Voor elke CB is toegang tot de in lid 1 genoemde gegevens en hun gebruik voor kwantitatieve analyses en numerieke simulaties beperkt tot één personeelslid en maximaal drie plaatsvervangers voor de werking, en één personeelslid en maximaal drie plaatsvervangers voor oversight van TARGET2. De personeelsleden en hun plaatsvervangers zijn personeelsleden belast met het werking van TARGET2 en oversight op marktinfrastructuur.

3.   CB’s kunnen de personeelsleden en hun plaatsvervangers benoemen. Het PSSC bevestigt hun benoeming. Dezelfde procedure geldt voor hun vervanging.

4.   Het PSSC stelt specifieke regels op om de vertrouwelijkheid van gegevens op transactieniveau te garanderen. CB’s verzekeren dat hun overeenkomstig de leden 2 en 3 aangewezen personeelsleden deze regels naleven. CB’s verhinderen dat enige van hun aangewezen personeelsleden toegang hebben tot de in lid 1 genoemde gegevens en het gebruik ervan, indien de specifieke door het PSSC opgestelde regels niet worden nageleefd, zulks onverminderd de toepassing van enig andere regel inzake beroepsmoraliteit of vertrouwelijkheid door CB’s. Het PSSC ziet toe op de naleving van de bepalingen van dit lid.

Artikel 2

1.   De TARGET2-simulator wordt opgezet voor de uitvoering van in artikel 1, lid 2 genoemde kwantitatieve analyses en numerieke simulaties.

2.   De TARGET2-simulator wordt ontwikkeld en onderhouden door de SSP leverende CB’s en Suomen Pankki. Het omvat de noodzakelijke technische infrastructuur, instrumenten voor gegevensextractie, simulatie-instrumenten en de in het SSP te installeren analytische software.

3.   Onder goedkeuring door de Raad van bestuur worden de diensten en technische specificaties van de TARGET2-simulator nader vastgelegd in een overeenkomst tussen de het SSP leverende CB’s en Suomen Pankki en de CB’s.

Artikel 3

1.   Het PSSC stelt operationele en oversight werkprogramma’s op voor de middellange termijn, welke programma’s worden uitgevoerd door overeenkomstig artikel 1, lid 2 en 3 aangewezen personeelsleden, die gegevens op transactieniveau gebruiken.

2.   Het PSSC kan besluiten de uit het gebruik van gegevens op transactieniveau afgeleide informatie te publiceren, mits deelnemers dan wel klanten van deelnemers niet geïdentificeerd kunnen worden.

3.   Het PSSC besluit bij gewone meerderheid. De Raad van bestuur kan hun besluiten herzien.

4.   Het PSSC informeert de Raad van bestuur regelmatig over alle aangelegenheden die de tenuitvoerlegging van dit besluit betreffen.

Artikel 4

Onverminderd artikel 38, lid 3 van de Geharmoniseerde Voorwaarden, coördineert het PSSC de bekendmaking en publicatie door CB’s van betalingsinformatie betreffende een deelnemer of de klanten van een deelnemer zoals in dat artikel bepaald.

Artikel 5

Dit besluit treedt op de dag volgend op de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking.

Gedaan te Frankfurt am Main, 29 juli 2010.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  PB L 237 van 8.9.2007, blz. 1.


Naar boven