EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32013D0022(01)

2013/388/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 5 juli 2013 inzake tijdelijke maatregelen betreffende de beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen (ECB/2013/22)

PB L 195 van 18.7.2013, blz. 27–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 19/08/2014; opgeheven door 32014D0032

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/388/oj

18.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/27


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 5 juli 2013

inzake tijdelijke maatregelen betreffende de beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen

(ECB/2013/22)

(2013/388/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid het eerste streepje van artikel 127, lid 2,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid het eerste streepje van artikel 3.1, artikel 12.1, artikel 18 en het tweede streepje van artikel 34.1,

Gezien Richtsnoer ECB/2011/14 van 20 september 2011 betreffende monetairebeleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (1), en met name paragraaf 1.6, paragraaf 6.3.1, paragraaf 6.3.2 en paragraaf 6.4.2 van bijlage I,

Gezien Richtsnoer ECB/2013/4 van 20 maart 2013 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand, en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (2), inzonderheid artikel 1, lid 3, en artikelen 5 en 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Luidens artikel 18.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, mogen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de „NCB’s” genoemd) krediettransacties verrichten met kredietinstellingen en andere marktpartijen, waarbij de verleende kredieten worden gedekt door toereikend onderpand. De standaardbeleenbaarheidscriteria van onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem zijn vastgelegd in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14.

(2)

Luidens paragraaf 1.6 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 kan de Raad van bestuur te allen tijde besluiten tot aanpassing van de instrumenten, voorwaarden, criteria en procedures voor de tenuitvoerlegging van de monetairebeleidstransacties van het Eurosystem. Luidens paragraaf 6.3.1 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 behoudt het Eurosysteem zich het recht voor te bepalen of een emissie, emittent, debiteur of garant aan de vereisten voor hoge standaards voldoet, zulks op basis van alle informatie die het relevant acht.

(3)

Besluit ECB/2013/13 van 2 mei 2013 inzake tijdelijke maatregelen betreffende de beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen (3) schortte bij wijze van uitzonderlijke maatregel de minimumvereisten van het Eurosysteem voor kredietkwaliteitsdrempels op die van toepassing zijn op door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen. Volgende op het begin van de uitvoering van schuldbeheer door de Republiek Cyprus aangaande haar verhandelbare schuldbewijzen, heeft de Raad van bestuur besloten dat de adequatie als onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem voor door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen is verminderd, en besloot Besluit ECB/2013/13 op 28 juni 2013 in te trekken (4).

(4)

Na voltooiing van het schuldenbeheer en de bevestiging dat de Republiek Cyprus voldoet aan de voorwaarde voor het programma inzake economische en financiële steun dat op haar van toepassing is, heeft de Raad van bestuur voorts vastgesteld dat de door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen thans voldoen aan een kwaliteitsstandaard om hun beleenbaarheid als onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem te wettigen.

(5)

De Raad van bestuur heeft daarom besloten door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen weer beleenbaar te maken voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, zulks op voorwaarde van toepassing van specifieke voor die instrumenten geldende surpluspercentages die afwijken van de in paragraaf 6.4.2. van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 voorziene surpluspercentages.

(6)

Luidens artikel 7 van Richtsnoer ECB/2013/4 is de kredietkwaliteitsdrempel van het Eurosysteem niet van toepassing op verhandelbare schuldbewijzen die zijn uitgegeven door, dan wel volledig gegarandeerd worden door centrale regeringen van eurogebiedlidstaten, zulks uit hoofde van een programma van de Europese Unie/het Internationaal Monetair Fonds, tenzij de Raad van bestuur besluit dat de betrokken lidstaat niet voldoet aan de voorwaarde voor het programma inzake financiële steun en/of het macro-economische programma. Luidens artikel 1, lid 3, van dat richtsnoer worden binnen het kader van artikel 5, lid 1, en artikel 7 van dat richtsnoer slechts Ierland, de Helleense Republiek en de Portugese Republiek evenwel beschouwd als eurogebiedlidstaten die voldoen aan een programma van de Europese Unie/het Internationaal Monetair Fonds. Derhalve is een aanvullend besluit van de Raad van bestuur vereist om af te zien van de toepassing van de kredietkwaliteitsdrempels van het Eurosysteem voor door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen.

(7)

Deze uitzonderlijke maatregel geldt tijdelijk tot de Raad van bestuur oordeelt dat de normale toepassing van de beleenbaarheidscriteria en het risicobeheersingskader voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem weer kunnen worden ingevoerd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Opschorting van specifieke bepalingen van Richtsnoer ECB/2011/14 en beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen

1.   De minimumvereisten van het Eurosysteem voor kredietkwaliteit, zoals in paragraaf 6.3.2. van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 vastgelegd in de regels van het kredietbeoordelingskader van het Eurosysteem voor bepaalde verhandelbare activa, worden opgeschort voor door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen. Binnen het kader van artikel 5, lid 1, en artikel 7 van Richtsnoer ECB/2013/4 wordt derhalve de Republiek Cyprus beschouwd als eurogebiedlidstaat die voldoet aan een programma van de Europese Unie/het Internationaal Monetair Fonds.

2.   Op door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen zijn de in bijlage bij dit besluit vastgelegde surpluspercentages van toepassing.

3.   Bij een discrepantie tussen dit besluit en de Richtsnoeren ECB/2011/14 en ECB/2013/4, zoals op nationaal niveau door de NCB’s uitgevoerd, geldt dit besluit.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 5 juli 2013.

Gedaan te Frankfurt am Main, 5 juli 2013.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 331 van 14.12.2011, blz. 1.

(2)  PB L 95 van 5.4.2013, blz. 23.

(3)  PB L 133 van 17.5.2013, blz. 26.

(4)  Besluit ECB/2013/21 van 28 juni 2013 tot intrekking van Besluit ECB/2013/13 inzake tijdelijke maatregelen betreffende de beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen (PB L 192 van 13.7.2013, blz. 75).


BIJLAGE

Overzicht van surpluspercentages die van toepassing zijn op door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen

Overheidsobligaties

Looptijdsegment

Surpluspercentages voor vastrentende coupons en variabele instrumenten

Surpluspercentages voor nulcoupon

0-1

14,5

14,5

1-3

27,5

29,5

3-5

37,5

40,0

5-7

41,0

45,0

7-10

47,5

52,5

> 10

57,0

71,0

Door de overheid gegarandeerde bankbrieven en door de overheid gegarandeerde niet-financiële bedrijfsobligaties

Looptijdsegment

Surpluspercentages voor vastrentende coupons en variabele instrumenten

Surpluspercentages voor nulcoupon

0-1

23,0

23,0

1-3

37,0

39,0

3-5

47,5

50,5

5-7

51,5

55,5

7-10

58,0

63,0

> 10

68,0

81,5


Naar boven