EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32003O0006

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 4 april 2003 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2001/3 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees "Real-time" brutovereveningssysteem (TARGET), zoals gewijzigd op 27 februari 2002 (ECB/2003/6)

PB L 113 van 7.5.2003, blz. 10–13 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
bijzondere uitgave in het Tsjechisch: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 250 - 253
bijzondere uitgave in het Ests: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 250 - 253
bijzondere uitgave in het Lets: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 250 - 253
bijzondere uitgave in het Litouws: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 250 - 253
bijzondere uitgave in het Hongaars Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 250 - 253
bijzondere uitgave in het Maltees: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 250 - 253
bijzondere uitgave in het Pools: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 250 - 253
bijzondere uitgave in het Slowaaks: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 250 - 253
bijzondere uitgave in het Sloveens: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 250 - 253

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 15/03/2006

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2003/309/oj

32003O0006

Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 4 april 2003 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2001/3 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees "Real-time" brutovereveningssysteem (TARGET), zoals gewijzigd op 27 februari 2002 (ECB/2003/6)

Publicatieblad Nr. L 113 van 07/05/2003 blz. 0010 - 0013


Richtsnoer van de Europese Centrale Bank

van 4 april 2003

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2001/3 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees "Real-time" brutovereveningssysteem (TARGET), zoals gewijzigd op 27 februari 2002

(ECB/2003/6)

(2003/309/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de Statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 3.1, artikel 12.1, artikel 14.3 en de artikelen 17, 18 en 22,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het vierde streepje van artikel 105, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het vierde streepje van artikel 3.1 van de statuten bekleden de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken (NCB's) met de bevoegdheid een goede werking van het betalingsverkeer te bevorderen.

(2) Overeenkomstig artikel 22 van de statuten, kunnen de ECB en de NCB's faciliteiten ter beschikking stellen ter verzekering van doelmatige en deugdelijke verrekenings- en betalingssystemen binnen de Gemeenschap en met andere landen.

(3) Op 27 november 2002 heeft de Raad van bestuur van de ECB ("Raad van bestuur") besloten dat de TARGET-vergoedingsregeling, zoals vervat in artikel 3, onder h), van Richtsnoer ECB/2001/3 (2001/401/EG) van de Europese Centrale Bank van 26 april 2001 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees "Real-Time" brutovereveningssysteem (TARGET)(1), gewijzigd bij Richtsnoer ECB/2002/1 (2002/202/EG)(2), (het TARGET-richtsnoer) dient te worden vervangen door een nieuwe TARGET-compensatieregeling die beter aansluit bij bestaande marktpraktijken dan de huidige TARGET-vergoedingsregeling.

Aangezien de Raad van bestuur heeft besloten dat de op grond van de TARGET-compensatieregeling aangeboden vergoeding de gemeenschappelijke vergoeding zal zijn die door het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) in geval van storingen in het TARGET-systeem wordt aangeboden, dient de TARGET-compensatieregeling als een gemeenschappelijke regel voor alle nationale RTGS-systemen te worden opgenomen in een apart artikel van het TARGET-richtsnoer en niet, zoals in het geval van de TARGET-vergoedingsregeling, in een artikel dat gemeenschappelijke basiskenmerken van RTGS-systemen vaststelt.

(4) In overeenstemming met het op 29 augustus 2002 door de Raad van bestuur genomen principebesluit om tot de geleidelijke afschaffing te komen van het gebruik van onderpand voor het stellen van zekerheid voor intraday-krediet voor elke NCB die het voornemen heeft uitgesproken om gebruik te maken van onderpand dat zich bevindt in een lidstaat die de gemeenschappelijke munt niet heeft aangenomen, moeten artikel 3, onder g), en bijlage V bij het TARGET-richtsnoer worden geschrapt en moet artikel 3, onder f), punt 5, van het TARGET-richtsnoer worden gewijzigd.

(5) Overeenkomstig artikel 12.1 en artikel 14.3 van de statuten, vormen richtsnoeren van de ECB een integrerend onderdeel van de communautaire wetgeving,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Het TARGET-richtsnoer wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1, lid 1, worden in de definitie van "indirecte deelnemer" de woorden tussen haakjes als volgt gewijzigd: "(zoals gedefinieerd in dit artikel)".

2. In artikel 1, lid 1, wordt de definitie van "vergoedingsregeling van Target" of "vergoedingsregeling" of "regeling" geschrapt.

3. In artikel 1, lid 1, worden de volgende definities toegevoegd:

"- 'depositofaciliteit': de depositofaciliteit die door het Eurosysteem is opgezet,";

"- 'marginale beleningsfaciliteit': de marginale beleningsfaciliteit die door het Eurosysteem is opgezet,".

4. De definities in artikel 1, lid 1, worden alfabetisch geordend.

5. Artikel 3, onder f), punt 5, wordt als volgt gewijzigd:

"5. Op intraday-krediet dat overeenkomstig letter f) wordt verstrekt, wordt geen rente berekend.".

6. Artikel 3, onder g), wordt geschrapt.

7. Artikel 3, onder h), wordt geschrapt.

8. Het volgende nieuwe artikel 8 wordt ingevoegd:

"Artikel 8

TARGET-compensatieregeling

1. Algemene uitgangspunten

a) Ingeval zich een storing binnen TARGET voordoet, hebben directe en indirecte deelnemers (voor de toepassing van dit artikel hierna aangeduid als 'TARGET-deelnemers') het recht vergoeding te vorderen overeenkomstig de in dit artikel vastgelegde regels.

b) De TARGET-compensatieregeling geldt voor alle nationale RTGS-systemen en voor het ECB-betalingsmechanisme (EPM) en staat open voor alle TARGET-deelnemers (met inbegrip van TARGET-deelnemers van nationale RTGS-systemen van deelnemende lidstaten die geen tegenpartij zijn bij monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem, en TARGET-deelnemers van nationale RTGS-systemen van niet-deelnemende lidstaten) met betrekking tot alle TARGET-betalingen (zonder onderscheid te maken tussen binnenlandse betalingen en grensoverschrijdende betalingen). De TARGET-compensatieregeling geldt niet voor klanten van het EPM overeenkomstig de Algemene Voorwaarden voor het gebruik van het EPM, die kunnen worden ingezien op de website van de ECB (www.ecb.int) en van tijd tot tijd worden bijgewerkt.

c) Tenzij de Raad van bestuur van de ECB iets anders besluit, geldt de TARGET-compensatieregeling niet indien de storing binnen TARGET wordt veroorzaakt door:

i) gebeurtenissen van buiten waarop het ESCB geen invloed heeft, of

ii) de nalatigheid van een derde met uitzondering van de beheerder van het nationale RTGS-systeem waarin de storing zich voordeed.

d) Aanbiedingen op grond van de TARGET-compensatieregeling ('aanbiedingen tot vergoeding') zijn de enige vergoeding die door het ESCB in het geval van een storing wordt aangeboden. De TARGET-compensatieregeling sluit de mogelijkheid niet uit dat TARGET-deelnemers gebruikmaken van andere juridische middelen om vergoeding te vorderen in geval van een storing binnen TARGET. Met het aanvaarden van een aanbod tot vergoeding gaat een TARGET-deelnemer er echter onherroepelijk mee akkoord af te zien van alle vorderingen (waarbij inbegrepen eventuele vorderingen tot vergoeding van gevolgschade) die de betreffende deelnemer, op grond van nationale wetten of anderszins, op een lid van het ESCB mocht hebben, alsook dat door het ontvangen van de corresponderende vergoeding alle dergelijke vorderingen volledig zijn verevend. De TARGET-deelnemer vrijwaart het ESCB tot het op grond van de TARGET-compensatieregeling ontvangen bedrag tegen elke verdere vergoeding die door een andere TARGET-deelnemer zou kunnen worden gevorderd in verband met de respectieve betalingsopdracht.

e) Het aanbieden en/of betalen van vergoeding houdt niet in dat een NCB of de ECB aansprakelijkheid erkent met betrekking tot een storing.

2. Voorwaarden voor vergoeding

a) Met betrekking tot een verzendende TARGET-deelnemer, wordt een vordering tot vergoeding in overweging genomen indien ten gevolge van een storing:

i) een betalingsopdracht niet binnen dezelfde dag werd voltooid, of

ii) de betreffende TARGET-deelnemer kan aantonen dat hij van plan was een betalingsopdracht aan te leveren aan TARGET, maar hiertoe niet in staat was vanwege de status 'stop verzenden' van een nationaal RTGS-systeem.

b) Met betrekking tot een ontvangende TARGET-deelnemer, wordt een vordering tot vergoeding in overweging genomen indien ten gevolge van een storing:

i) de betreffende TARGET-deelnemer een betaling via TARGET die hij op dag van de storing verwachtte te ontvangen, niet heeft ontvangen, en

ii) de betreffende TARGET-deelnemer een beroep moest doen op de marginale beleningsfaciliteit of, indien een TARGET-deelnemer geen toegang heeft tot de marginale beleningsfaciliteit, de betreffende TARGET-deelnemer op zijn RTGS-rekening op het moment van sluiting van TARGET een negatief saldo had of een 'spill-over' van intraday-krediet tot de volgende ochtend, of bedragen moest lenen van de respectieve NCB, en

iii) hetzij de NCB van het nationale RTGS-systeem waarin de storing zich voordeed ('de NCB waarbij de storing optrad'), de ontvangende NCB was of de storing zich zo laat voordeed op de openingsdag van TARGET dat het technisch niet mogelijk of niet uitvoerbaar was voor de ontvangende TARGET-deelnemer om een beroep te doen op de geldmarkt.

3. Berekening van de vergoeding

3.1. Vergoeding van verzendende TARGET-deelnemers

a) Het aanbod tot vergoeding op grond van de TARGET-compensatieregeling bestaat alleen uit een administratievergoeding of uit een administratievergoeding en een rentevergoeding.

b) De administratievergoeding wordt vastgesteld op 100,- EUR voor de eerste betalingsopdracht die niet op de dag van verwerking wordt voltooid en, in het geval van meerdere betalingsaanpassingen, 50,- EUR voor elk van de volgende vier betalingsopdrachten en 25,- EUR voor elke daaropvolgende betalingsopdracht. De administratievergoeding wordt bepaald met betrekking tot elke ontvangende TARGET-deelnemer.

c) De rentevergoeding wordt bepaald door van dag tot dag een tarief dat gelijk is aan het EONIA-tarief (de euro overnight index average) of de marginale beleningsrente, indien die lager is, ('het referentietarief') toe te passen op het bedrag van de betalingsopdracht die als gevolg van een storing niet is verwerkt, voor elke dag in de periode vanaf de datum van aanlevering of de voorgenomen aanlevering van de betalingsopdracht aan TARGET tot en met de datum waarop de betalingsopdracht succesvol werd of kon zijn voltooid ('de storingsperiode'). Bij het berekenen van de rentevergoeding wordt de opbrengst van het eventuele gebruik van gelden door een beroep te doen op de depositofaciliteit (of, in het geval van TARGET-deelnemers van nationale RTGS-systemen van deelnemende lidstaten die geen tegenpartij zijn bij monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem, de vergoeding die wordt ontvangen op een overschot aan liquide middelen op de vereveningsrekening, of in het geval van TARGET-deelnemers van nationale RTGS-systemen van niet-deelnemende lidstaten, de vergoeding die wordt ontvangen op een additioneel positief saldo dat aan het einde van de dag op de RTGS-rekening staat) van het bedrag van de vergoeding afgetrokken.

d) Indien de liquide middelen worden uitgezet in de markt of gebruikt worden om te voldoen aan de verplichtingen tot het aanhouden van minimumreserves, ontvangt de TARGET-deelnemer geen rentevergoeding.

e) Voor verzendende TARGET-deelnemers van nationale RTGS-systemen van niet-deelnemende lidstaten wordt de vergoeding over het totale bedrag aan deposito's die tot de volgende ochtend op de RTGS-rekening van dergelijke TARGET-deelnemers worden aangehouden, niet aan een bovengrens gebonden voorzover dit bedrag aan de storing kan worden toegeschreven.

3.2. Vergoeding van ontvangende TARGET-deelnemers

a) Het aanbod tot vergoeding op grond van de TARGET-compensatieregeling bestaat alleen uit een rentevergoeding.

b) De in punt 3.1, onder c), uiteengezette berekeningsmethode is van toepassing op de berekening van de rentevergoeding, met dien verstande dat de rentevergoeding gebaseerd wordt op het verschil tussen de marginale beleningsrente en het referentietarief en wordt berekend over het bedrag waarvoor als gevolg van de storing een beroep werd gedaan op de marginale beleningsfaciliteit.

c) Voor ontvangende TARGET-deelnemers van i) nationale RTGS-systemen van deelnemende lidstaten die geen tegenpartij zijn bij monetaire beleidstransacties van het Eurosysteem, en van ii) nationale RTGS-systemen van niet-deelnemende lidstaten wordt, voorzover een negatief saldo of een 'spill-over' van intraday-krediet tot de volgende ochtend of de noodzaak om bedragen te lenen van de respectieve NCB aan de storing kunnen worden toegeschreven, het gedeelte van de toepasselijke boeterente (zoals in dergelijke gevallen bepaald wordt door de van toepassing zijnde RTGS-voorschriften) dat hoger is dan de marginale beleningsrente, kwijtgescholden (en bij toekomstige gevallen van 'spill-over' buiten beschouwing gelaten) en voor TARGET-deelnemers van nationale RTGS-systemen zoals bedoeld onder ii), buiten beschouwing gelaten bij beslissingen over toegang tot intraday-krediet en/of verdere deelname aan het betreffende nationale RTGS-systeem.

4. Procedureregels

a) Een vordering tot vergoeding wordt ingediend op een claimformulier (waarvan inhoud en vorm van tijd tot tijd door de ECB worden vastgesteld en bekendgemaakt) samen met daarbij verlangde relevante informatie en bewijsmateriaal. Een verzendende TARGET-deelnemer dient voor iedere ontvangende TARGET-deelnemer een apart claimformulier in. Een ontvangende TARGET-deelnemer dient voor iedere verzendende TARGET-deelnemer een apart claimformulier in. Vorderingen in verband met een specifieke TARGET-betaling kunnen slechts één keer worden ingediend, hetzij door een directe of indirecte deelnemer namens zichzelf of door een directe deelnemer namens een indirecte deelnemer.

b) TARGET-deelnemers dienen hun claimformulier(en) binnen twee weken na de dag van de storing in bij de NCB waar de RTGS-rekening wordt aangehouden die is of had moeten zijn gedebiteerd of gecrediteerd ('de beherende NCB'). Eventuele aanvullende informatie en bewijsmateriaal waar de beherende NCB om verzoekt, worden verstrekt binnen twee weken nadat het verzoek is gedaan.

c) De Raad van bestuur van de ECB beoordeelt alle ontvangen vorderingen en beslist of vergoeding wordt aangeboden. Tenzij de Raad van bestuur van de ECB iets anders beslist en aan de TARGET-deelnemers meedeelt, vindt een dergelijke beoordeling uiterlijk binnen twaalf weken na de storing plaats.

d) De NCB waarbij de storing optrad, deelt het resultaat van de onder c) bedoelde beoordeling mee aan de betreffende TARGET-deelnemers. Indien de beoordeling een aanbod tot vergoeding inhoudt, verwerpen of accepteren de betrokken TARGET-deelnemers dit aanbod, met betrekking tot elke betalingsopdracht in elke vordering, binnen vier weken na van het aanbod op de hoogte te zijn gebracht, door het ondertekenen van een standaard-aanvaardingsbrief (waarvan inhoud en vorm van tijd tot tijd door de ECB worden vastgesteld en bekendgemaakt). Indien de NCB waarbij de storing optrad, niet binnen de genoemde periode van vier weken een dergelijke brief heeft ontvangen, wordt aangenomen dat de betrokken TARGET-deelnemers het aanbod tot vergoeding hebben verworpen.

e) Na ontvangst van de aanvaardingsbrief van de TARGET-deelnemer betaalt de NCB waarbij de storing optrad, de vergoeding. Over de vergoeding wordt geen rente betaald.".

9. De artikelen 8, 9 en 10 worden opnieuw genummerd als de artikelen 9, 10 en 11 respectievelijk.

10. Bijlage V wordt geschrapt.

Artikel 2

Slotbepalingen

1. Dit richtsnoer is gericht tot de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten.

2. Dit richtsnoer treedt op 1 juli 2003 in werking.

3. Dit richtsnoer wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Frankfurt am Main, 4 april 2003.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 140 van 24.5.2001, blz. 72.

(2) PB L 67 van 9.3.2002, blz. 74.

Naar boven