EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32013D0053(01)

2014/34/EU: Besluit van de Europese Centrale Bank van 31 december 2013 inzake de storting van kapitaal, de overdracht van externe reserves en de bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de Europese Centrale Bank door Latvijas Banka (ECB/2013/53)

PB L 16 van 21.1.2014, blz. 65–68 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/34(3)/oj

21.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 16/65


BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 31 december 2013

inzake de storting van kapitaal, de overdracht van externe reserves en de bijdrage aan de reserves en voorzieningen van de Europese Centrale Bank door Latvijas Banka

(ECB/2013/53)

(2014/34/EU)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 30.1, artikel 30.3, artikel 48.1 en artikel 48.2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Ingevolge artikel 1 van Besluit 2013/387/EU van de Raad van 9 juli 2013 betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014 (1), overeenkomstig artikel 140, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, voldoet Letland aan de noodzakelijke voorwaarden voor de aanneming van de euro en zal de ingevolge artikel 4 van het Toetredingsverdrag van 2003 verleende derogatie (2) met ingang van 1 januari 2014 worden ingetrokken.

(2)

Artikel 48.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de „ESCB-statuten” genoemd) bepaalt dat de nationale centrale bank (NCB) van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken, haar aandeel in het kapitaal van de Europese Centrale Bank (ECB) moet storten ten belope van hetzelfde percentage als de NCB’s van andere lidstaten die de euro als munt hebben. Ingevolge artikel 2 van Besluit ECB/2013/28 van 29 augustus 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (3), is de weging van Latvijas Banka in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB 0,2821 %. Ingevolge artikel 1 van Besluit ECB/2013/20 van 21 juni 2013 betreffende de volstorting van het kapitaal van de Europese Centrale Bank door de nationale centrale banken van buiten het eurogebied (4) heeft Latvijas Banka al een deel van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB gestort. Het uitstaande bedrag bedraagt derhalve 29 424 263,59 EUR, welk bedrag resulteert uit het vermenigvuldigen van het geplaatste kapitaal van de ECB (10 825 007 069,61 EUR) met de weging in de kapitaalverdeelsleutel van Latvijas Banka (0,2821 %), waarop haar reeds gestorte aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB in mindering wordt gebracht.

(3)

Artikel 48.1, in samenhang met artikel 30.1 van de ESCB-statuten, bepaalt dat de NCB van een lidstaat waarvan de derogatie is ingetrokken ook externe reserves aan de ECB moet overdragen. Ingevolge artikel 48.1 van de ESCB-statuten wordt het over te dragen bedrag bepaald door de Euro-waarde tegen lopende wisselkoersen van de reeds overeenkomstig artikel 30.1 van de ESCB-statuten aan de ECB overgedragen externe reserves te vermenigvuldigen met de ratio tussen het aantal aandelen waarop de betrokken NCB heeft ingeschreven en het aantal aandelen dat de NCB’s van de andere lidstaten die de euro als munt hebben al hebben volgestort. Bij de vaststelling van de „reeds overeenkomstig artikel 30.1 aan de ECB overgedragen externe reserves” dient rekening te worden gehouden met de vorige aanpassingen van de kapitaalverdeelsleutel (5) ingevolge artikel 29.3 van de ESCB-statuten en de uitbreidingen van de kapitaalverdeelsleutel ingevolge artikel 48.3 van de ESCB-statuten (6). Ingevolge Besluit ECB/2013/26 van 29 augustus 2013 betreffende de maatregelen die nodig zijn voor de bijdrage aan het geaccumuleerde eigen vermogen van de Europese Centrale Bank en voor de aanpassing van de vorderingen van de nationale centrale banken ter grootte van de overgedragen externe reserves (7), bedraagt dientengevolge de waarde van externe reserves in euro die al aan de ECB zijn overgedragen krachtens artikel 30.1 van de ESCB-statuten 50 715 061 570,77 EUR.

(4)

Latvijas Banka draagt de externe reserves over in Japanse yen en goud of deze luiden in Japanse yen en goud.

(5)

Artikel 30.3 van de ESCB-statuten bepaalt dat de ECB aan elke NCB van een lidstaat die de euro als munt heeft, een vordering toekent ter grootte van de externe reserves die zij aan de ECB heeft overgedragen. De bepalingen betreffende de denominatie en rentevergoeding van de vorderingen die al gecrediteerd werden aan de NCB’s van de lidstaten die de euro als munt hebben (8) dienen ook te gelden voor de denominatie en rentevergoeding van de vorderingen van Latvijas Banka.

(6)

Artikel 48.2 van de ESCB-statuten bepaalt dat de NCB van een lidstaat wiens derogatie is ingetrokken, bijdraagt tot de reserves van de ECB, tot de voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld en tot het bedrag dat nog moet worden toegerekend aan de reserves en voorzieningen overeenkomstig het saldo van de winst- en verliesrekening per 31 december van het jaar voorafgaand aan de intrekking van de derogatie. De hoogte van deze bijdrage wordt bepaald in overeenstemming met artikel 48.2 van de ESCB-statuten.

(7)

Analoog met artikel 3.5 van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (9), is de president van Latvijas Banka in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken bij dit besluit voorafgaande aan de vaststelling daarvan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a)   „externe reserves”: goud of liquiditeiten;

b)   „goud”: troy ounces fijn goud in de vorm van London Good Delivery bars, zoals gespecificeerd door de London Bullion Market Association;

c)   „liquiditeiten”: het wettig betaalmiddel van Japan (Japanse yen).

Artikel 2

Mate en vorm van het gestorte kapitaal

1.   Met ingang van 1 januari 2014 stort Latvijas Banka het resterende deel van haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB, overeenkomend met 29 424 263,59 EUR.

2.   Latvijas Banka betaalt op 2 januari 2014 het in lid 1 aangegeven bedrag aan de ECB middels een aparte overboeking via het geautomatiseerde trans-Europese realtime-brutovereveningssysteem (TARGET2).

3.   Latvijas Banka betaalt aan de ECB op 2 januari 2014, middels een aparte overboeking via TARGET2, de op 1 januari 2014 lopende rente op het krachtens lid 2 aan de ECB verschuldigde bedrag. Deze rente wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de marginale rentevoet die het Eurosysteem voor zijn meest recente basis-herfinancieringstransactie hanteerde.

Artikel 3

Overdracht van externe reserves

1.   Met ingang van 1 januari 2014, zulks overeenkomstig dit artikel en de regelingen die op grond van dit artikel zijn getroffen, draagt Latvijas Banka aan de ECB een bedrag aan externe reserves over luidende in Japanse yen en goud ten belope van 205 272 581,13 EUR, en wel als volgt:

Bedrag Japanse yen in contanten in euro

Bedrag aan goud in euro

Totaalbedrag in euro

174 481 693,96

30 790 887,17

205 272 581,13

2.   Het in euro uitgedrukte bedrag aan externe reserves dat ingevolge lid 1 door Latvijas Banka overgedragen moet worden, wordt berekend op basis van de wisselkoersen tussen de euro en de Japanse yen, zoals vastgelegd in de dagelijkse schriftelijke overlegprocedure op 31 december 2013 tussen het Eurosysteem en Latvijas Banka en, in het geval van goud, op basis van de prijs in US dollar per troy ounce fijn goud, vastgesteld bij de London gold fixing op 31 december 2013, 10.30 uur ’s morgens Londense tijd.

3.   De ECB zal de overeenkomstig lid 2 berekende bedragen zo snel mogelijk aan Latvijas Banka bevestigen.

4.   Latvijas Banka draagt Japanse yen in contanten over aan de ECB.

5.   De overdracht van liquiditeiten geschiedt naar de door de ECB aangegeven rekeningen. De afwikkelingsdatum voor de aan de ECB over te dragen liquiditeiten is 6 januari 2014. Latvijas Banka geeft opdracht tot uitvoering van die overdracht aan de ECB.

6.   De waarde van het goud dat Latvijas Banka overeenkomstig lid 1 aan de ECB overdraagt, sluit zo dicht mogelijk aan bij 30 790 887,17 EUR, zonder dit bedrag te boven te gaan.

7.   Latvijas Banka draagt het in lid 1 genoemde goud in niet-geïnvesteerde vorm over naar de door de ECB aangewezen bankrekeningen en plaatsen. De afwikkelingsdatum voor het aan de ECB over te dragen goud is 3 januari 2014. Latvijas Banka geeft opdracht tot uitvoering van die overdracht aan de ECB.

8.   Als Latvijas Banka goud aan de ECB overdraagt met een lagere waarde dan in lid 1 bedoeld, maakt zij op 6 januari 2014 een bedrag, ten belope van het tekort, in Japanse yen over naar een door de ECB te bepalen bankrekening van de ECB. Een dergelijk bedrag in contanten in Japanse yen maakt geen deel uit van de in Japanse yen luidende externe reserves die Latvijas Banka aan de ECB overdraagt overeenkomstig de linkerkolom van de tabel in lid 1.

9.   Een eventueel verschil tussen het totaalbedragen in euro vermeld in lid 1 en het bedrag vermeld in artikel 4, lid 1 wordt verevend overeenkomstig de Overeenkomst van 31 december 2013 tussen Latvijas Banka en de Europese Centrale Bank houdende de vordering toegekend aan Latvijas Banka door de Europese Centrale Bank krachtens artikel 30.3 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (10).

Artikel 4

Denominatie, rentevergoeding en vervaldatum van de vordering ter grootte van de bijdrage

1.   Met ingang van 1 januari 2014 en met inachtneming van de specificaties in artikel 3 betreffende de afwikkelingsdata van de overdracht van externe reserves, crediteert de ECB Latvijas Banka met een in euro luidende vordering gelijk aan het totaalbedrag in euro van haar bijdrage aan externe reserves. Deze vordering bedraagt 163 479 892,24 EUR.

2.   Op de vordering waarmee de ECB Latvijas Banka crediteert, wordt rente vergoed vanaf de afwikkelingsdatum. De lopende rente wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan 85 % van de marginale rentevoet die het Eurosysteem voor diens meest recente basis-herfinancieringstransactie heeft gehanteerd.

3.   De lopende rente die wordt berekend op basis van lid 2 wordt aan het einde van ieder boekjaar aan Latvijas Banka betaald. De ECB stelt Latvijas Banka elk kwartaal in kennis van het cumulatieve bedrag.

4.   De vordering is niet aflosbaar.

Artikel 5

Bijdragen aan de reserves en de voorzieningen van de ECB

1.   Met ingang van 1 januari 2014 en overeenkomstig artikel 3, leden 5 en 6, draagt Latvijas Banka bij tot de reserves van de ECB, tot de voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld, en tot het bedrag dat nog moet worden toegerekend aan de reserves en voorzieningen overeenkomstig het saldo van de winst-en-verliesrekening per 31 december 2013.

2.   De bedragen die Latvijas Banka moet bijdragen, worden overeenkomstig artikel 48.2 van de ESCB-statuten bepaald. De verwijzingen in artikel 48.2 naar „het aantal aandelen waarop de betrokken centrale bank heeft ingeschreven” en „het aantal aandelen dat de andere centrale banken al hebben volgestort” verwijzen naar de weging van Latvijas Banka, respectievelijk de NCB’s van de overige lidstaten die de euro als munt hebben, in de kapitaalverdeelsleutel van de ECB, krachtens Besluit ECB/2013/26.

3.   Voor de toepassing van lid 1 omvatten de „reserves van de ECB” en de „voorzieningen die met reserves zijn gelijkgesteld”, het algemeen reservefonds van de ECB, tegoeden op herwaarderingsrekeningen en voorzieningen voor wisselkoers-, rente-, krediet-, marktprijs- en goudprijsrisico’s.

4.   Ten laatste op de eerste werkdag na de goedkeuring door de Raad van bestuur van de jaarrekening van de ECB voor 2013, berekent de ECB het bedrag dat door Latvijas Banka moet worden bijgedragen krachtens lid 1 en bevestigt dit aan Latvijas Banka.

5.   Op de tweede werkdag na de goedkeuring door de Raad van bestuur van de jaarrekening van de ECB voor 2013 betaalt Latvijas Banka via TARGET2 aan de ECB:

a)

Het op basis van lid 4 aan de ECB verschuldigde bedrag, minus enig bedrag dat ten opzichte van de in artikel 4, lid 1 genoemde vordering teveel is overgemaakt op de in artikel 3, lid 5 en artikel 3, lid 7 genoemde afwikkelingsdata (voorschot op de bijdrage), en

b)

de lopende rente over de periode van 1 januari 2014 tot de betaaldatum op het aan de ECB krachtens lid 4 verschuldigde bedrag, minus enig voorschot op de bijdrage.

6.   Eventuele lopende rente ingevolge lid 5, onder b) wordt dagelijks berekend middels de werkelijk aantal dagen/360-dagtellingsconventie tegen een percentage dat gelijk is aan de marginale rentevoet die het Eurosysteem voor diens meest recente basis-herfinancieringstransactie hanteerde.

Artikel 6

Bevoegdheden

1.   Voor zover nodig geeft de ECB-directie instructies aan Latvijas Banka voor de verdere specificatie en de toepassing van de bepalingen van dit besluit en om passende oplossingen voor eventuele problemen aan te reiken.

2.   Eventuele door de directie krachtens lid 1 uitgevaardigde instructies worden onmiddellijk meegedeeld aan de Raad van bestuur en de ECB-directie leeft de besluiten van de Raad van bestuur dienaangaande na.

Artikel 7

Slotbepaling

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Gedaan te Frankfurt am Main, 31 december 2013.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  PB L 195 van 18.7.2013, blz. 24.

(2)  Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33).

(3)  Zie bladzijde 53 van dit Publicatieblad.

(4)  PB L 187 van 6.7.2013, blz. 25.

(5)  Besluit ECB/2008/23 van 12 december 2008 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (PB L 21 van 24.1.2009, blz. 66).

(6)  Besluit ECB/2013/17 van 21 juni 2013 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank (PB L 187 van 6.7.2013, blz. 15).

(7)  Zie bladzijde 47 van dit Publicatieblad.

(8)  Ingevolge Richtsnoer ECB/2000/15 van 3 november 1998 gewijzigd bij het richtsnoer van 16 november 2000 inzake de samenstelling, waardering en modaliteiten betreffende de eerste overdracht van externe reserves, alsmede de denominatie en rentevergoeding ter grootte van de eigen bijdrage (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 114).

(9)  Besluit ECB/2004/2 van 19 februari 2004 houdende goedkeuring van het reglement van orde van de Europese Centrale Bank (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 33).

(10)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.


Naar boven