Dit document is overgenomen van EUR-Lex
Document 32009O0023
Guideline of the European Central Bank of 4 December 2009 amending Guideline ECB/2007/9 on monetary, financial institutions and markets statistics (ECB/2009/23)
Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 4 december 2009 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (ECB/2009/23)
Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 4 december 2009 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (ECB/2009/23)
PB L 16 van 21.1.2010, blz. 6–47
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 31/12/2014; stilzwijgende opheffing door 32014O0015
21.1.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 16/6 |
RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 4 december 2009
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten
(ECB/2009/23)
(2010/34/EU)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op de artikelen 5.1, 12.1 en 14.3,
Gelet op Verordening (EG) nr. 63/2002 van de Europese Centrale Bank van 20 december 2001 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito’s en leningen (ECB/2001/18) (1),
Gelet op Verordening (EG) nr. 24/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van lege financiële instellingen die securitisatietransacties verrichten (ECB/2008/30) (2),
Gelet op Verordening (EG) nr. 25/2009 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2008 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2008/32) (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtsnoer ECB/2007/9 van 1 augustus 2007 betreffende monetaire statistieken en statistieken inzake financiële instellingen en markten (4) dient in overeenstemming te worden gebracht met de herschikte Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32) en met Verordening (EG) nr. 290/2009 van de Europese Centrale Bank van 31 maart 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen ten aanzien van huishoudens en niet-financiële vennootschappen gehanteerde rentetarieven op deposito’s en leningen (ECB/2009/7) (5). |
(2) |
Nieuwe normen zijn vereist voor de extrapolatie van gegevens betreffende geldmarktfondsen en voor de selectie van de meest representatieve referentiepopulatie van informatieplichtigen. |
(3) |
De nieuwe balans van een geldmarktfonds dient een geaggregeerde balans te zijn die consistent is met de balans die resulteert uit Verordening (EG) nr. 958/2007 van de Europese Centrale Bank van 27 juli 2007 houdende statistieken betreffende de activa en passiva van beleggingsfondsen (ECB/2007/8) (6). De rapportagelast kan worden verminderd door de samenstelling van balansen van kredietinstellingen en geldmarktfondsen efficiënter te maken, d.w.z. door de balans van een kredietinstelling samen te stellen als het verschil tussen de gegevens van overige monetaire financiële instellingen (MFI's) en de gegevens van geldmarktfondsen. |
(4) |
Vanwege de door Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32) ingevoerde aangescherpte vereisten voor de rapportage van informatie betreffende securitisatie en andere overdrachten van leningen van MFI's aan niet-MFI's is de rapportage van statistieken op deze terreinen niet langer noodzakelijk. |
(5) |
Nationale centrale banken zijn begonnen met het rapporteren van statistieken betreffende beleggingsfondsen in de context van statistieken van overige financiële intermediairs op grond van artikel 18 van Richtsnoer ECB/2007/9, hetgeen inhoudt dat de overgangsregeling op grond van artikel 14, lid 6, niet langer nodig is. |
(6) |
Nieuwe rapportagevereisten voor door MFI's van het eurogebied aan niet-financiële vennootschappen verstrekte leningen, uitgesplitst naar tak van activiteit, zijn noodzakelijk om de economische en monetaire analyse van kredietontwikkelingen te verbeteren. |
(7) |
De namen van betaalsystemen veranderen vaak; de lijst van namen in deel 13 van bijlage III bij Richtsnoer ECB/2007/9 dient daarom te worden geschrapt, |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtsnoer ECB/2007/9 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1, lid 3, wordt als volgt vervangen: Alleen voor de in artikel 3, 6, 7, 10, 11, 14 tot en met 17, en 18 bis uiteengezette rapportages gelden rapportageverplichtingen voor historische gegevens.
|
2) |
Artikel 3, lid 1, onder a), wordt als volgt vervangen: NCB’s stellen twee afzonderlijke geaggregeerde balansen samen en rapporteren deze, beide op brutobasis, conform Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32): één balans met betrekking tot de MFI-subsector „centrale bank” en één met betrekking tot de subsector „overige MFI’s”. NCB’s leiden de vereiste statistische gegevens betreffende de balans van hun eigen centrale bank af uit hun boekhoudsysteem door middel van de in bijlage I uiteengezette concordantietabellen. Ter fine van de statistische rapportage leidt de ECB uit haar eigen balans gegevens af die aansluiten bij de gegevens die door de NCB’s uit hun eigen balans worden afgeleid. NCB’s leiden de vereiste statistische gegevens betreffende de balans van overige MFI’s af van de geaggregeerde balanspostgegevens die zijn verzameld van ingezeten individuele MFI’s met uitzondering van de ingezeten NCB. Deze vereisten bestrijken uitstaande bedragen aan het einde van de maand en het einde van het kwartaal (7) (standen), maandelijkse en driemaandelijkse aanpassingsgegevens van stromen, en gegevens betreffende securitisaties en overige overdrachten van leningen. NCB’s rapporteren statistische gegevens betreffende balansposten conform deel 1 van bijlage III. |
3) |
Artikel 3, lid 4, wordt als volgt vervangen: Indien NCB’s overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32) vrijstellingen aan geldmarktfondsen hebben verleend, verzekeren de NCB's dat de gecombineerde bijdrage van die geldmarktfondsen aan de totale nationale geldmarktfondsbalans van het eurogebied niet meer bedraagt dan:
Indien NCB’s aan MFI’s een vrijstelling verlenen overeenkomstig artikel 8, lid 1, onder a) en/of d), van Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32), voeren NCB’s een zodanige extrapolatie uit dat de betreffende MFI’s voor 100 % worden bestreken door de maandelijks en driemaandelijks aan de ECB te rapporteren MFI-balansgegevens. NCB’s zijn vrij in de keuze van de extrapolatieprocedure tot een dekking van 100 %, mits voldaan wordt aan de volgende minimumnormen:
NCB's informeren de ECB over eventuele significante wijzigingen in hun extrapolatieprocedures.”. |
4) |
Artikel 10 wordt als volgt vervangen: „Artikel 10 Balansstatistieken van geldmarktfondsen NCB's rapporteren aan de ECB aparte balanspostgegevens voor de sector geldmarktfondsen conform de tabellen 1 en 2 in deel 7 van bijlage III. De gegevens worden door de ECB gebruikt om balansstatistieken van zowel geldmarktfondsen als kredietinstellingen samen te stellen. Omdat gegevens van de gehele MFI-sector al op grond van Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32) worden gerapporteerd, gelden de in dit artikel uiteengezette vereisten alleen voor geldmarktfondsen. Ofschoon in sommige lidstaten een klein aantal overige instellingen als MFI’s wordt ingedeeld, worden deze instellingen kwantitatief niet significant geacht. Gegevens betreffende herindelings- en herwaarderingsaanpassingen zoals bedoeld in tabel 1 in deel 7 van bijlage III worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b), rekening houdend met eventuele op grond van artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32) verleende vrijstellingen. Indien NCB's voor de rapportage van herwaarderingsaanpassingen op grond van Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32) aan geldmarktfondsen een vrijstelling hebben verleend, geldt voor NCB's een inspanningsverplichting ten aanzien van de rapportage van gegevens van posten waarvan herwaarderingsaanpassingen significant kunnen zijn. Gegevens worden gerapporteerd binnen 28 werkdagen na het einde van de referentieperiode. De gegevens die gerapporteerd worden met betrekking tot de balans van geldmarktfondsen, bestrijken 100 % van de in deze sector ingedeelde instellingen. Indien de feitelijke rapportage minder dan 100 % bestrijkt vanwege de toepassing van het zogenaamde „cutting off the tail”-beginsel, extrapoleren NCB’s de verschafte gegevens overeenkomstig artikel 3, lid 4, onder b), om 100 % dekking te verzekeren. NCB's die balansen van kredietinstellingen rapporteerden ten aanzien van periodes vóór eind december 2008, geven herzieningen van geldmarktfondsgegevens door conform de tabellen 1 en 2 in deel 7 van bijlage III. Eventuele herzieningen van geldmarktfondsgegevens zijn consistent met de corresponderende gegevens van overige MFI's per einde van het kwartaal. In het geval dat de transmissie van nieuwe of herziene geldmarktfondsgegevens wijzigingen inhoudt in de gegevens voor de corresponderende referentieperiode van overige MFI's, worden de vereiste herzieningen voor gegevens van overige MFI's ook doorgegeven.”. |
5) |
Artikel 13 wordt geschrapt. |
6) |
Het kopje van artikel 14 wordt als volgt vervangen: „Statistieken betreffende overige financiële intermediairs (m.u.v. beleggingsfondsen en lege financiële instellingen)”. |
7) |
Artikel 14, lid 1 wordt als volgt vervangen: NCB’s rapporteren statistische gegevens betreffende overige financiële intermediairs (OFI’s) (m.u.v. beleggingsfondsen en lege financiële instellingen die securitisaties transacties uitvoeren) conform deel 11 van bijlage III. Gegevens worden afzonderlijk gerapporteerd voor de volgende subcategorieën van OFI’s: i) handelaren in waardepapieren en derivaten; ii) financiële vennootschappen die zich bezighouden met het verstrekken van leningen (FOL’s); en iii) overige OFI’s. Gegevens betreffende OFI’s worden doorgegeven op basis van informatie die thans op nationaal niveau beschikbaar is. Indien actuele gegevens niet beschikbaar zijn of niet kunnen worden verwerkt, worden nationale ramingen verstrekt. Indien het onderliggende economische verschijnsel wel bestaat, maar niet statistisch wordt gevolgd en derhalve geen nationale ramingen kunnen worden verstrekt, kunnen NCB’s kiezen de tijdreeks niet te rapporteren of te rapporteren als ontbrekend. Een tijdreeks die niet wordt gerapporteerd, zal dus worden geïnterpreteerd als „gegevens die wel bestaan, maar niet worden verzameld”, en de ECB kan aannames en ramingen maken voor het samenstellen van aggregaten voor het eurogebied. De referentiepopulatie van informatieplichtigen omvat alle soorten OFI’s die ingezeten zijn in de deelnemende lidstaten: instellingen die in het gebied van een land gevestigd zijn, met inbegrip van dochterondernemingen van moedermaatschappijen die buiten dat gebied zijn gevestigd, en ingezeten bijkantoren van instellingen die hun hoofdkantoor buiten dat gebied hebben. De volgende sleutelindicatoren en aanvullende informatie worden verschaft:
Stroomaanpassingen kunnen worden gerapporteerd in het geval van belangrijke breuken in standen of wanneer herindelingen en overige aanpassingen voorkomen. Met name kunnen gegevens betreffende stroomaanpassingen worden verstrekt vanwege herindelingen in verband met de invoering van het ESR 95-kader. Herwaarderingsaanpassingen worden gerapporteerd overeenkomstig artikel 3, lid 1, onder b).”. |
8) |
Artikel 14, lid 6, wordt geschrapt. |
9) |
Artikel 16, lid 1, wordt als volgt vervangen: Ten behoeve van MFI-rentestatistieken, rapporteren NCB’s maandelijkse geaggregeerde nationale statistieken betreffende uitstaande bedragen en nieuwe contracten zoals uiteengezet in appendix 1 en 2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18). Daarnaast rapporteren NCB's maandelijkse geaggregeerde nationale statistische informatie betreffende nieuwe contracten zoals uiteengezet in deel 12a van bijlage III. Indien de vrijstelling voorzien in paragraaf 61 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) in samenhang met bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) is verleend, geven NCB’s de posten waarvoor de vrijstelling is verleend, door zonder een waarde te specificeren en vermelden daarbij dat geen gegevens zijn verzameld.”. |
10) |
Artikel 17, leden 2, 3 en 4 worden als volgt vervangen: De reeksen worden jaarlijks aan de ECB gerapporteerd, ongeacht de frequentie van de gegevens. De frequentie van de gegevens is jaarlijks voor alle posten in de tabellen 4 tot en met 9. De MFI-balansinformatie in tabel 1 is maandelijks. De balansinformatie van kredietinstellingen in de tabellen 2 en 3 is driemaandelijks met uitzondering van posten die betrekking hebben op posities met de NCB, en posten betreffende instellingen voor elektronisch geld, die jaarlijks zijn. Structurele informatie betreffende kredietinstellingen in tabel 3 is jaarlijks. Indien de beschikbaarheid van gegevens ernstig is beperkt, kunnen NCB’s voor de tabellen 1 tot en met 3 een minimumset gegevens doorgeven om een tijdige en geldige publicatie te verzekeren. De minimumset gegevens omvat:
De ECB geeft aan de NCB’s voor elk jaar de precieze data door voor het indienen van gegevens van elke productieronde. NCB’s kunnen actuele gegevens hetzij doorgeven voorafgaande aan de productieronde, afhankelijk van bevestiging door de ECB dat zij bereid is gegevens te ontvangen, of op enigerlei andere tijd tijdens productieronden. Indien geen actuele gegevens beschikbaar zijn, gebruiken NCB’s waar mogelijk ramingen of voorlopige gegevens. De gegevensverschaffers of de NCB’s kunnen gegevens herzien op basis van herberekeningen of ramingen. Als onderdeel van de productieronde geven NCB’s herzieningen door aan de ECB. Vóór het begin van de productieronde stuurt de ECB aan NCB’s de toelichting van het voorafgaande jaar in Word-formaat, ter voltooiing en/of correctie en terugzending aan de ECB. In deze toelichting geven NCB’s gedetailleerd uitleg over afwijkingen van de vereisten, indien mogelijk met inbegrip van het effect op de gegevens.”. |
11) |
Artikel 18, lid 10, wordt als volgt vervangen: NCB’s verschaffen de ECB jaarlijks hetzij: i) indicatoren ter analyse van de dekking en kwaliteit van de betreffende set effecten in de gecentraliseerde effectendatabase, overeenkomstig de afzonderlijk aan hen doorgegeven methodologie; of ii) relevante informatie die nodig is om de indicatoren voor dekking en kwaliteit af te leiden. NCB’s die zich verlaten op nationale effecten databases, verschaffen de ECB eenmaal per jaar de geaggregeerde resultaten voor één kwartaal en ten minste twee statistisch significante subsectoren van beleggingsfondsen. Deze geaggregeerde resultaten verschillen niet meer dan 5 % van de resultaten die zouden zijn verkregen bij gebruik van de gecentraliseerde effectendatabase. Deze bepaling geldt voor informatie die niet wordt gerapporteerd door beleggingsfondsen. De bovengenoemde informatie wordt elk jaar tegen het einde van februari aan de ECB doorgegeven waarbij de gegevens van eind december van het voorgaande jaar als referentie worden genomen.”. |
12) |
Het volgende artikel 18 ter wordt ingevoegd: „Artikel 18 ter Statistieken betreffende leningen van MFI’s aan niet-financiële vennootschappen naar tak van activiteit NCB’s rapporteren aan de ECB, indien beschikbaar, gegevens betreffende leningen van MFI’s aan binnenlandse niet-financiële vennootschappen, en leningen van MFI’s aan niet-financiële vennootschappen in andere deelnemende lidstaten, uitgesplitst naar tak van activiteit volgens de statistische classificatie van economische activiteiten in de Europese Gemeenschap — NACE Rev.2, conform deel 16 van bijlage III. NCB's rapporteren gegevens tweemaal per jaar aan de ECB, tegen het einde van maart en tegen het einde van september en met betrekking tot de twee voorgaande kwartalen. NCB’s rapporteren herzieningen overeenkomstige de volgende beginselen:
De NCB’s rapporteren aan de ECB eventuele belangrijke wijzigingen in de gebruikte nationale definities en classificaties en verschaffen, indien van toepassing, een toelichting met de redenen voor belangrijke herzieningen. Daarnaast verstrekken NCB’s informatie betreffende belangrijke herindelingen in de MFI-sector en, indien beschikbaar, belangrijke herindelingen van niet-financiële vennootschappen in de doorgegeven NACE Rev.2 uitsplitsingen.”. |
13) |
Artikel 19, lid 1, wordt als volgt vervangen: De variabelen die zijn verzameld voor het opstellen en bijhouden van de lijst van MFI’s voor statistische doeleinden zoals bedoeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32), worden gespecificeerd in deel 1 van bijlage VI. NCB’s rapporteren bijgewerkte versies van de in deel 1 van bijlage VI gespecificeerde variabelen, hetzij wanneer er veranderingen zijn in de MFI-sector of wanneer er veranderingen zijn in eigenschappen van bestaande MFI’s. Er zijn veranderingen in de MFI-sector wanneer een instelling toetreedt tot de MFI-sector (d.w.z. in het geval van oprichting van een MFI als gevolg van een fusie, oprichting van nieuwe rechtspersonen als gevolg van de splitsing van een bestaande MFI, oprichting van een nieuwe MFI, of wijziging in de status van een eerdere niet-MFI zodat het een MFI wordt) of wanneer een bestaande MFI de MFI-sector verlaat (d.w.z. in het geval van betrokkenheid van een MFI bij een fusie, overname van een MFI door een andere instelling, splitsing van een MFI in afzonderlijke rechtspersonen, wijziging in de status van een MFI zodat het een niet-MFI wordt, of liquidatie van een MFI). Bij de rapportage van een nieuwe instelling of een te wijzigen instelling, vullen NCB’s alle verplichte variabelen in. Bij de rapportage van een instelling die de MFI-sector verlaat en geen onderdeel uitmaakt van een fusie, rapporteren NCB’s ten minste de volgende informatie: het soort verzoek, d.w.z. schrappen, en de identificatiecode van de MFI, d.w.z. de „mfi_id”-variabele. NCB’s wijzen MFI-identificatiecodes van geschrapte MFI’s niet aan nieuwe MFI’s toe. Indien dit onvermijdelijk is, verstrekken NCB’s tegelijkertijd een schriftelijke toelichting aan de ECB (met behulp van het „object_request” type „mfi_req_realloc”). Bij de rapportage van bijgewerkte gegevens kunnen NCB’s hun nationale tekenset gebruiken, mits ze het Romeinse alfabet gebruiken. NCB’s gebruiken Unicode om alle speciale tekensets correct weer te geven bij het ontvangen van informatie van de ECB via het Register of Institutions and Assets Database (RIAD) Data Exchange Systeem. Alvorens bijgewerkte versies van de lijst van MFI’s aan de ECB door te geven, voeren NCB’s de geldigheidscontroles uit die zijn uiteengezet in de betreffende specificaties van gegevensuitwisseling.”. |
14) |
Artikel 20, lid 1, wordt als volgt vervangen: De variabelen die zijn verzameld voor het opstellen en bijhouden van de lijst van beleggingsfondsen voor statistische doeleinden zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 958/2007 (ECB/2007/8), worden gespecificeerd in bijlage VII. NCB’s rapporteren bijgewerkte versies van de in deel 1 van bijlage VII gespecificeerde variabelen, hetzij wanneer er veranderingen zijn in de sector beleggingsfondsen of wanneer er veranderingen zijn in eigenschappen van bestaande beleggingsfondsen. Er zijn veranderingen in de sector beleggingsfondsen wanneer een instelling tot die sector toetreedt of wanneer een bestaand beleggingsfonds de sector verlaat. NCB’s leiden bijgewerkte gegevens af door hun nationale lijst van beleggingsfondsen aan het eind van twee opeenvolgende kwartalen te vergelijken, d.w.z. ze houden geen rekening met ontwikkelingen tijdens het kwartaal. Bij de rapportage van een nieuwe instelling of een te wijzigen instelling, vullen NCB’s alle verplichte variabelen in. Bij de rapportage van een instelling die de sector beleggingsfondsen verlaat, rapporteren NCB’s ten minste de volgende informatie: het soort verzoek, d.w.z. schrappen, en de identificatiecode van het beleggingsfonds, d.w.z. de „if_id”-variabele. Eenmaal per jaar, met als peildatum 31 december, geven NCB’s een XML-bestand door om met name de intrinsieke waarde per beleggingsfonds te rapporteren. D.w.z. de intrinsieke waarde wordt verschaft afzonderlijk van wijzigingen in overige eigenschappen van beleggingsfondsen. Voor alle beleggingsfondsen wordt de volgende informatie verschaft: het soort verzoek, d.w.z. „if_req_nav”, de unieke identificatiecode van het beleggingsfonds, het bedrag van de intrinsieke waarde en de van toepassing zijnde datum van de intrinsieke waarde. Voor een gegeven peildatum wordt informatie betreffende nieuwe beleggingsfondsen of wijzigingen van de identificatiecodes van bestaande beleggingsfondsen eerst aan de ECB doorgegeven, alvorens de informatie betreffende de intrinsieke waarde door te geven. Indien mogelijk, wijzen NCB’s identificatiecodes van geschrapte beleggingsfondsen niet opnieuw toe aan nieuwe beleggingsfondsen. In het geval dat dit onvermijdelijk is, verstrekken NCB’s een schriftelijke toelichting aan de ECB via N13 Cebamail tegelijkertijd met de beleggingsfondsregistratie (met behulp van het „object_request” type „if_req_realloc”). Bij de rapportage van bijgewerkte gegevens, kunnen NCB’s hun nationale tekenset gebruiken, mits ze het Romeinse alfabet gebruiken. NCB’s gebruiken Unicode om alle speciale tekensets correct weer te geven bij het ontvangen van informatie van de ECB via het RIAD Data Exchange Systeem. Alvorens bijgewerkte versies van de lijst van beleggingsfondsen aan de ECB door te geven, voeren NCB’s de geldigheidscontroles uit die zijn uiteengezet in de betreffende specificaties van gegevensuitwisseling.”. |
15) |
Artikel 24 wordt als volgt vervangen: „Artikel 24 Publicatie NCB’s gaan niet over tot publicatie van de nationale bijdragen aan de maandelijkse monetaire aggregaten van het eurogebied en de tegenposten daarvan voordat de ECB deze aggregaten heeft gepubliceerd. Indien NCB’s dergelijke gegevens publiceren, komen deze overeen met de gegevens voor de laatst gepubliceerde aggregaten van het eurogebied. Indien NCB’s door de ECB gepubliceerde aggregaten van het eurogebied reproduceren, doen zij zulks accuraat.”. |
16) |
De bijlagen III tot en met VIII worden gewijzigd conform de bijlage bij dit richtsnoer. |
17) |
In de lijst van termen wordt de volgende definitie ingevoegd: „Tak van activiteit: een economische activiteit opgenomen in de statistische classificatie van economische activiteiten in de Europese Gemeenschap NACE Rev.2 (8). |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Dit rechtsnoer treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2010.
Artikel 3
Geadresseerden
Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.
Gedaan te Frankfurt am Main, 4 december 2009.
Namens de Raad van bestuur van de ECB
De president van de ECB
Jean-Claude TRICHET
(1) PB L 10 van 12.1.2002, blz. 24.
(2) PB L 15 van 20.1.2009, blz. 1.
(3) PB L 15 van 20.1.2009, blz. 14.
(4) PB L 341 van 27.12.2007, blz. 1.
(5) PB L 94 van 8.4.2009, blz. 75.
(6) PB L 211 van 11.8.2007, blz. 8.
(7) In beginsel wordt de balans opgesteld per de laatste kalenderdag van de maand/kwartaal zonder rekening te houden met plaatselijke feestdagen. In de vele gevallen waarin dit niet mogelijk is, wordt de balans opgesteld per het einde van de laatste werkdag in overeenstemming met nationale marktregels of regels van financiële verslaglegging.”.
(8) Zoals uiteengezet in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev.2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en enkele EG-verordeningen op specifieke statistische gebieden (PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1).”.
BIJLAGE
1. |
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|
2. |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
3. |
Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:
|
4. |
Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:
|
5. |
Bijlage VII wordt als volgt gewijzigd:
|
6. |
Bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:
|
(1) Herclassificatieaanpassingen moeten voor alle cellen aan de ECB worden doorgegeven; herwaarderingsaanpassingen alleen voor de met a # aangeduide cellen.
(2) Met betrekking tot deze tabel hoeven alleen herindelingaanpassingen aan de ECB te worden doorgegeven.
(3) Herclassificatieaanpassingen zijn alleen van toepassing met betrekking tot cellen 568 tot 613; afwaarderingsaanpassingen voor alle cellen.”
(4) Centrale tegenpartijen.
(5) Eenmanszaken/personenvennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid.
(6) Eenmanszaken/personenvennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid.
(7) PB L 250 van 2.10.2003, blz. 10.”.
(8) Op de MFI-balans wordt geen onderscheid gemaakt tussen deposito’s en leningen aan de actief- en passiefzijde. In plaats daarvan worden alle niet-verhandelbare middelen die geplaatst zijn bij/geleend aan MFI’s (= passiva), geacht in deposito te worden gehouden en alle middelen die geplaatst/geleend zijn door de MFI’s (= activa), geacht „leningen” te zijn. Het ESR 95 baseert het onderscheid echter op het criterium wie het initiatief neemt tot de transactie. In gevallen waarin het initiatief wordt genomen door de geldnemer, moet de financiële transactie worden ingedeeld als een lening. In gevallen waarin het initiatief bij de geldgever ligt, moet de transactie worden ingedeeld als een deposito.”.
(9) „Overige valuta’s” heeft betrekking op alle overige valuta’s, met inbegrip van de nationale valuta’s van niet-deelnemende lidstaten.”.
(10) ESR 95 categorie F.33.
(11) ESR 95 categorie F.511.
(12) Blok A voor NCB’s en Blok B voor de BIB.”.
(13) Een overeengekomen rentetarief uitgedrukt in procenten per jaar (AAR) of eng gedefinieerde effectieve rentevoet (NDER) wordt gerapporteerd voor de in de tabel opgenomen categorieën. Met de rapportage van de AAR/NDER worden de ermee verband houdende volumes aan nieuw afgesloten contracten doorgegeven, indien dit aangegeven wordt in de tabel door het woord „bedrag”.
Echter, in het geval van doorlopende leningen, rekening-courantkrediet en faciliteitsschulden en verruimde schulden op kredietkaart, is het begrip volumes aan nieuw afgesloten contracten gelijk aan uitstaande bedragen.
De indicatoren 24 tot 29 worden berekend op basis van de posten 37 tot 54 in appendix 2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18). Rentetarieven worden berekend als gewogen gemiddeldes van de corresponderende posten in appendix 2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18) terwijl de volumes aan nieuw afgesloten contracten de som dienen te zijn van de corresponderende posten in appendix 2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18).
(14) Een overeengekomen rentetarief uitgedrukt in procenten per jaar (AAR) of eng gedefinieerde effectieve rentevoet (NDER) wordt gerapporteerd voor de in de tabel opgenomen categorieën. Met de rapportage van de AAR/NDER worden de ermee verband houdende volumes aan nieuw afgesloten contracten doorgegeven, indien dit aangegeven wordt in de tabel door het woord „bedrag”.
Echter, in het geval van doorlopende leningen, rekening-courantkrediet en faciliteitsschulden en verruimde schulden op kredietkaart, is het begrip volumes aan nieuw afgesloten contracten gelijk aan uitstaande bedragen.
De indicatoren 86 en 87 worden berekend op basis van de posten 12, 23, 32 en 36 in appendix 2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18), en de uitstaande bedragen die conform Verordening (EG) nr. 25/2009 (ECB/2008/32) gerapporteerd worden voor faciliteitsschulden en verruimde schulden op kredietkaart en doorlopende leningen en rekening-courantkrediet. Rentetarieven worden berekend als gewogen gemiddeldes van de corresponderende posten in appendix 2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18), waarbij voor faciliteitsschulden op kredietkaart een rentevoet van nul wordt genomen. De indicatoren 86 en 87 zijn bedoeld om te zorgen voor continuïteit met de indicatoren 12 en 23 („rekening-courantkrediet”) zoals eerder gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 63/2002 (ECB/2001/18), d.w.z. voordat die gewijzigd werd door Verordening (EG) nr. 290/2009 (ECB/2009/7).”.
(15) Vanaf juni 2010 einde van de maand referentieperiode (gegevenstransmissie 2011).
(16) Totale waarde van het krediet dat door de centrale bank aan kredietinstellingen wordt verleend en binnen een periode van minder dan één werkdag wordt terugbetaald. Dit is het gemiddelde van de dagelijkse maximale waarde van gelijktijdige en werkelijke intraday-debetposities of trekkingen op intraday-kredietfaciliteiten tijdens de dag voor alle kredietinstellingen samen. Alle dagen in de aanhoudingsperiode, met inbegrip van weekends en officiële vakantiedagen, worden in het gemiddelde meegenomen.
(17) Einde van periode.”.
(18) Indien een niet-MFI verschillende rekeningen aanhoudt, wordt elke rekening apart meegeteld.
(19) Vanaf 2010 einde van het jaar referentieperiode (gegevenstransmissie 2011).
(20) Elke instelling wordt één keer meegeteld, ongeacht het aantal kantoren dat in het land wordt aangehouden. De subcategorieën van instellingen sluiten elkaar wederzijds uit. Het aantal instellingen is de som van alle subcategorieën. Instellingen worden meegenomen vanaf de eerste keer dat ze aan de ECB worden gerapporteerd ten behoeve van MFI-statistieken.
(21) Vanaf Q2 2010 einde van kwartaal referentieperiode (gegevenstransmissie 2011).
(22) PB L 237 van 8.9.2007, blz. 1.
(23) PB L 18 van 23.1.2006, blz. 1.”.
(24) Einde van periode, originele eenheden.”.
(25) Afschrijvingen/afwaarderingen op leningen waarvoor de MFI optreedt als beheerder, kunnen plaatsvinden omdat de leningen nog steeds op de balans moeten worden geregistreerd, hetzij op de individuele rekeningen van de MFI of op groepsniveau; en de aan de NCB gerapporteerde beheersgegevens zijn hieruit afkomstig. Ze kunnen ook plaatsvinden wanneer de beheerder een verminderd hoofdsomrestant van de lening moet aangeven voor onvolwaardige leningen om te voldoen aan de beleggingsovereenkomsten.”.
(26) Tenzij expliciet anders aangegeven, heeft de term „fusies” betrekking op binnenlandse fusieactiviteit.”
(27) Tenzij expliciet anders aangegeven, heeft de term „fusies” betrekking op binnenlandse fusieactiviteit.
(28) Richtlijn 85/611/EEG van de Raad van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 375 van 31.12.1985, blz. 3).
(29) International Securities Identification Number: een unieke identificatiecode voor een effectenemissie, bestaande uit 12 alfanumerieke tekens.”.
(30) International Securities Identification Number: een unieke identificatiecode voor een effectenemissie, bestaande uit 12 alfanumerieke tekens.”.