EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32016D0008

Besluit (EU) 2016/702 van de Europese Centrale Bank van 18 april 2016 tot wijziging van Besluit (EU) 2015/774 inzake een overheidsprogramma voor aankoop van activa op secundaire markten (ECB/2016/8)

PB L 121 van 11.5.2016, blz. 24–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 15/02/2020; stilzwijgende opheffing door 32020D0188

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2016/702/oj

11.5.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 121/24


BESLUIT (EU) 2016/702 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 18 april 2016

tot wijziging van Besluit (EU) 2015/774 inzake een overheidsprogramma voor aankoop van activa op secundaire markten (ECB/2016/8)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, eerste streepje,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 12.1, tweede alinea, in samenhang met artikel 3.1, eerste streepje en artikel 18.1,

Overwegende:

(1)

Besluit (EU) 2015/774 van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/10) (1) voerde een overheidsprogramma voor aankoop van activa op secundaire markten in (hierna het „PSPP”) dat het vigerende activa-aankoopprogramma van het Eurosysteem uitbreidde waardoor ook overheidseffecten onder dat programma vielen. Naast het derde aankoopprogramma voor gedekte obligaties, het aankoopprogramma voor effecten op onderpand van activa en het aanstaande aankoopprogramma bedrijfssector, maakt het PSPP deel uit van het uitgebreide activa-aankoopprogramma (APP). Het APP beoogt de doorwerking van het monetaire beleid te verbeteren, de kredietvoorziening aan de economie van het eurogebied te vergemakkelijken, minder strenge leningcondities voor huishoudens en ondernemingen te bewerkstelligen en op middellange termijn bij te dragen aan een inflatieniveau van net onder de 2 %, overeenkomstig het hoofddoel van het Europese Centrale Bank, nl. prijsstabiliteithandhaving.

(2)

Overeenkomstig het mandaat van de Raad van bestuur om prijsstabiliteit te verzekeren, behoeven bepaalde PSPP-kenmerken aanpassing, teneinde op de middellange termijn een stabiel inflatieniveau veilig te stellen van net onder de 2 %. De veranderingen stroken met het monetairbeleidmandaat van de Raad van bestuur en houden naar behoren rekening met risicobeheeroverwegingen.

(3)

Derhalve om de PSPP-doelstellingen te verwezenlijken, moet de middels de gecombineerde maandelijkse APP-aankopen aan de markt verstrekte liquiditeit verhoogd worden naar 80 miljard EUR.

(4)

Bovendien moeten de emittenten- en effectenemissielimieten voor verhandelbare, door in aanmerking komende internationale organisaties en multilaterale ontwikkelingsbanken uitgegeven effecten verhoogd worden. De nieuwe drempel werd vastgesteld om te verzekeren dat de beoogde aankopen evenredig aan de PSPP-doelstellingen blijven, mede gezien het beperkte risico van obstructie van ordentelijke schuldsanering.

(5)

Met ingang van april 2016 moet de toedeling tussen aankopen uit hoofde van het PSPP van door internationale organisaties en multilaterale ontwikkelingsbanken uitgegeven beleenbare verhandelbare schuldbewijzen en aankopen van overige beleenbare verhandelbare schuldbewijzen gewijzigd worden om de PSPP-doelstellingen te verwezenlijken en de soepele PSPP-implementatie op het verhoogde aankoopvolumeniveau gedurende zijn looptijd te verzekeren.

(6)

Voorts met betrekking tot de kredietbeoordeling van verhandelbare schuldbewijzen door de externe kredietbeoordelingsinstelling (EKBI), moet rekening worden gehouden met EKBI-emissieratings indien noch de emittent noch de garant een EKBI-rating heeft. Het verhandelbare effect moet evenwel desalniettemin de vereiste emissierating hebben om te voldoen aan de beleenbaarheidscriteria voor verhandelbare activa voor krediettransacties van het Eurosysteem. Besluit (EU) 2015/774 (ECB/2015/10) moet vermelden dat die beleenbaarheidscriteria nu zijn opgenomen in deel vier van Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) (2).

(7)

Derhalve moet Besluit (EU) 2015/774 (ECB/2015/10) dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit (EU) 2015/774 (ECB/2015/10) moet als volgt gewijzigd worden:

1)

Artikel 3, lid 2, wordt als volgt vervangen:

„2.   Om in aanmerking te komen voor aankoop uit hoofde van het PSPP, voldoen verhandelbare schuldbewijzen aan de beleenbaarheidscriteria voor verhandelbare activa voor krediettransacties van het Eurosysteem zulks krachtens deel vier van Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) (*), behoudens de volgende vereisten:

a)

de emittent of garant van de verhandelbare schuldbewijzen heeft een kredietkwaliteitsbeoordeling van minstens kredietkwaliteitscategorie 3 in de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem, zulks in de vorm van minstens één publieke rating van een externe kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) die binnen het kredietbeoordelingskader van het Eurosysteem is aanvaard;

b)

indien meerdere EKBI-emittentenratings of EKBI-garantratings beschikbaar zijn, is de „beste-geldt-regel” van toepassing, d.w.z. de beste beschikbare EKBI-emittentenrating of EKBI-garantrating is van toepassing. Indien op basis van een EKBI-garantrating wordt vastgesteld dat aan de kredietkwaliteitsvereisten is voldaan, voldoet de waarborg aan de kenmerken van een aanvaardbare waarborg zoals bedoeld in artikel 87 en artikelen 113 tot en met 115 van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60);

c)

bij gebreke van een EKBI-emittentenrating en een EKBI-garantrating heeft een verhandelbaar schuldbewijs minstens één EKBI-emissierating van minstens kredietkwaliteitscategorie 3 in de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem;

d)

indien emittentenratings of garantratings van een aanvaarde EKBI niet voldoen aan minstens kredietkwaliteitscategorie 3 in de geharmoniseerde ratingschaal van het Eurosysteem, zijn verhandelbare schuldbewijzen slechts beleenbaar indien zij zijn uitgegeven door, dan wel volledig gegarandeerd worden door centrale overheden van eurogebiedlidstaten uit hoofde van een financiëlebijstandsprogramma en waarvoor de toepassing van de kredietkwaliteitsdrempel van het Eurosysteem is opgeschort door de Raad van bestuur krachtens artikel 8 van Richtsnoer ECB/2014/31 (**);

e)

indien een lopend financiëlebijstandsprogramma wordt getoetst, wordt de beleenbaarheid voor PSPP-aankopen opgeschort en weer ingesteld bij een positief toetsingsresultaat.

(*)  Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3)."

(**)  Richtsnoer ECB/2014/31 van de Europese Centrale Bank van 9 juli 2014 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (PB L 240 van 13.8.2014, blz. 28).”."

2)

Artikel 5 wordt als volgt vervangen:

„Artikel 5

Aankooplimieten

1.   Behoudens artikel 3 is uit hoofde van het PSPP per internationaal effectenidentificatienummer (ISIN) een effectenemissielimiet van toepassing op verhandelbare schuldbewijzen die voldoen aan de in artikel 3 bedoelde criteria, zulks na consolidatie van in alle portfolio's van centrale banken van het Eurosysteem aangehouden effecten. De effectenemissielimiet bedraagt:

a)

50 % per ISIN voor door in aanmerking komende internationale organisaties en multilaterale ontwikkelingsbanken uitgegeven beleenbare verhandelbare schuldbewijzen;

b)

33 % per ISIN voor overige beleenbare verhandelbare schuldbewijzen, met uitzondering van 25 % per ISIN voor dergelijke beleenbare verhandelbare schuldbewijzen met een collectieveactieclausule (CAC), die verschilt van het door het Economisch en Financieel Comité opgestelde eurogebiedmodel-CAC en geïmplementeerd wordt door de lidstaten overeenkomstig artikel 12, lid 3, van het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme, maar wordt tot 33 % verhoogd, indien bij een case-by-case-verificatie wordt vastgesteld dat het aanhouden van 33 % per ISIN van die effecten er niet toe leidt dat centrale banken van het Eurosysteem een blokkerend minderheidsbelang bereiken ingeval van ordentelijke schuldsaneringen.

2.   Op alle verhandelbare voor aankoop uit hoofde van het PSPP in aanmerking komende verhandelbare schuldbewijzen die de in artikel 3 bedoelde restlooptijden hebben, is na consolidatie van aangehouden effecten in alle portfolio's van centrale banken van het Eurosysteem een geaggregeerde limiet van toepassing van:

a)

50 % van de uitstaande effecten van een emittent die een in aanmerking komende internationale organisatie of een multilaterale ontwikkelingsbank is, dan wel

b)

33 % van de uitstaande effecten van een emittent, met uitzondering van emittenten die een in aanmerking komende internationale organisatie of een multilaterale ontwikkelingsbank zijn.

3.   Aangaande de in artikel 3, lid 2, onder d), bedoelde schuldbewijzen zijn verschillende effectenemittentlimieten en effectenemissielimieten van toepassing. De Raad van bestuur zal deze limieten met inachtneming van overwegingen van risicobeheer en marktwerking vaststellen.”.

3)

Artikel 6, lid 1 wordt als volgt vervangen:

„1.   10 % van de boekwaarde van aankopen van uit hoofde van het PSPP beleenbare verhandelbare schuldbewijzen wordt aangekocht in effecten die in aanmerking komende internationale organisaties en multilaterale ontwikkelingsbanken hebben uitgegeven, en 90 % van die boekwaarde wordt aangekocht in effecten die in aanmerking komende centrale, regionale of lokale overheden en erkende agentschappen hebben uitgegeven of, indien van toepassing uit hoofde van artikel 3, lid 4, van dit besluit, in effecten uitgegeven door in aanmerking komende publieke niet-financiële vennootschappen. De Raad van bestuur kan deze allocatie herzien. Alleen NCB's kopen schuldbewijzen die in aanmerking komende internationale organisaties, multilaterale ontwikkelingsbanken en regionale en lokale overheden hebben uitgegeven.”.

4)

Artikel 6, lid 2 wordt als volgt vervangen:

„2.   De NCB's kopen 90 % van de boekwaarde van aankopen van uit hoofde van het PSPP beleenbare verhandelbare schuldbewijzen en de ECB de resterende 10 %. De spreiding van aankopen over jurisdicties geschiedt overeenkomstig de kapitaalverdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de Europese Centrale Bank, zoals bedoeld in artikel 29 van de ESCB-statuten.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 19 april 2016 in werking. De verordening is met ingang van 19 april 2016 van toepassing.

Gedaan te Frankfurt am Main, 18 april 2016.

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Besluit (EU) 2015/774 van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2015 inzake een overheidsprogramma voor aankoop van activa op secundaire markten (ECB/2015/10) (PB L 121 van 14.5.2015, blz. 20).

(2)  Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).


Naar boven