EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32017O0028

Richtsnoer (EU) 2017/2082 van de Europese Centrale Bank van 22 september 2017 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2012/27 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem (Target2) (ECB/2017/28)

PB L 295 van 14.11.2017, blz. 97–114 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 19/03/2023; stilzwijgende opheffing door 32022O0912

ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2017/2082/oj

14.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 295/97


RICHTSNOER (EU) 2017/2082 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 22 september 2017

tot wijziging van Richtsnoer ECB/2012/27 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem (Target2) (ECB/2017/28)

De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, eerste en vierde streepje,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 3.1, artikel 12.1 en de artikelen 17, 18 en 22,

Overwegende:

(1)

Op 9 juni 2016 heeft de Raad van bestuur de harmonisatie van de vergoeding van garantiefondsen of financiële marktinfrastructuren in handen van het Eurosysteem goedgekeurd.

(2)

Na voltooiing van het Target2-Securities (T2S) migratieplan in september 2017, zal het geïntegreerde model dat wordt gebruikt in de desbetreffende afwikkelingsprocedures voor aangesloten systemen niet meer aangeboden worden.

(3)

Ter ondersteuning van een pan-Europese oplossing voor onmiddellijke betalingen, werd Target2 aangevuld met een nieuwe afwikkelingsprocedure voor aangesloten systemen (afwikkelingsprocedure 6 realtime).

(4)

Het is noodzakelijk om bepaalde aspecten van Richtsnoer ECB/2012/27 (1) te verduidelijken.

(5)

Daarom moet Richtsnoer ECB/2012/27 dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DIT RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Richtsnoer ECB/2012/27 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 31 wordt vervangen door:

„31.

„aangesloten systeem” een door een in de EER gevestigde entiteit beheerd systeem dat aan controle en/of „oversight” van een bevoegde autoriteit is onderworpen en voldoet aan de oversightvereisten betreffende de locatie van infrastructuren die diensten in euro aanbieden, zoals van tijd tot tijd gewijzigd en gepubliceerd op de website van de ECB (*1), waarin betalingen en/of financiële instrumenten worden uitgewisseld en/ofverrekend of opgeslagen met a) de monetaire verplichtingen die in Target2 worden afgewikkeld en/of b) fondsen aangehouden in Target2 conform dit richtsnoer en een bilaterale regeling tussen het aangesloten systeem en de desbetreffende Eurosysteem-CB;

b)

het volgende punt 74 wordt toegevoegd:

„74.   „Garantiefonds”: door deelnemers van een aangesloten systeem ter beschikking gestelde fondsen, te gebruiken in het geval één of meer deelnemers hun betalingsverplichtingen in het aangesloten systeem niet nakomen, ongeacht de reden ervan.”.

2)

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

„Vergoeding van garantiefondsen”;

b)

lid 1 wordt geschrapt;

c)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Garantiefondsen krijgen een vergoeding gelijk aan de depositorente.”.

3)

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende lid 3 bis wordt ingevoegd:

„3 bis.   Een Eurosysteem-CB die de deelname van de deelnemer aan haar Target2-deelsysteem heeft opgeschort op grond van lid 1, onder a), verwerkt betalingen van een deelnemer uitsluitend in opdracht van diens vertegenwoordigers, inclusief zij die werden aangesteld door een bevoegde autoriteit of een rechtbank, zoals de curator van de deelnemer, of op grond van een afdwingbare beslissing van een bevoegde autoriteit of rechtbank die instructies geeft over de manier waarop betalingen moeten verwerkt worden.”

b)

lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De in de leden 1 tot en met 3 bis uiteengezette verplichtingen van Eurosysteem-CB's zijn ook van toepassing in het geval van opschorting of beëindiging van het gebruik van de ASI door aangesloten systemen.”.

4)

Bijlagen II, IIa en V worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij dit richtsnoer.

5)

Bijlage IV wordt vervangen door de bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding en uitvoering

Dit richtsnoer treedt op de dag van de kennisgeving aan de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hanteren in werking.

De nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hanteren, moeten de nodige maatregelen nemen om dit richtsnoer na te leven en ze toepassen vanaf 13 november 2017. Zij moeten de ECB in kennis stellen van de teksten en middelen inzake deze maatregelen tegen ten laatste 20 oktober 2017.

Artikel 3

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.

Gedaan te Frankfurt am Main, 22 september 2017.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI


(1)  Richtsnoer ECB/2012/27 van 5 december 2012 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem (Target2) (PB L 30 van 30.1.2013, blz. 1).

(*1)  Het huidige beleid van het Eurosysteem voor de locatie van infrastructuur wordt uiteengezet in de volgende verklaringen, die beschikbaar zijn op de website van de ECB op www.ecb.europa.eu: a) de policy statement on euro payment and settlement systems located outside the euro area” van 3 november 1998; b) the Eurosystem's policy line with regard to consolidation in central counterparty clearing” van 27 september 2001; c) the Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling in euro-denominated payment transactions” van 19 juli 2007; d) „The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling euro-denominated payment transactions: specification of legally and operationally located in the euro area” van 20 november 2008; e) Het oversightbeleidskader van het Eurosysteem van juli 2011 behoudens het arrest van 4 maart 2015 Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië tegen Europese Centrale Bank, T-496/11, ECLI:EU:T:2015:496.”;


BIJLAGE I

De bijlagen II, IIa en V bij Richtsnoer ECB/2012/27 worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

in artikel 1 wordt de definitie van „aangesloten systeem” vervangen door:

„„aangesloten systeem” een door een in de Europese Economische Ruimte (EER) gevestigde entiteit beheerd systeem dat aan controle en/of „oversight” van een bevoegde autoriteit is onderworpen en voldoet aan de oversightvereisten betreffende de locatie van infrastructuren die diensten in euro aanbieden, zoals van tijd tot tijd gewijzigd en gepubliceerd op de website van de ECB (*1), waarin betalingen en/of financiële instrumenten worden uitgewisseld en/of verrekend, met a) de monetaire verplichtingen die in Target2 worden afgewikkeld en/of b) fondsen aangehouden in Target2 conform Richtsnoer ECB/2012/27 (*2) en een bilaterale regeling tussen het aangesloten systeem en de desbetreffende Eurosysteem-CB;

b)

artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

i)

lid 6 wordt vervangen door:

„6.   Indien de deelname van een PM-rekeninghouder aan TARGET2-[naam van de CB/landreferentie] wordt opgeschort om andere redenen dan deze gespecificeerd in lid 1, onder a), worden al zijn inkomende betalingen en uitgaande betalingsopdrachten opgeslagen en alleen ingevoerd in de invoerverwerking na uitdrukkelijke acceptatie daarvan door de CB van de geschorste PM-rekeninghouder.”;

ii)

het volgende lid 7 wordt toegevoegd:

„7.   Indien de deelname van een PM-rekeninghouder aan Target2-[naam van CB/landenreferentie] wordt opgeschort om de in lid 1, onder a) gespecificeerde redenen, zullen alle uitgaande betalingsopdrachten van deze PM-rekeninghouder uitsluitend worden verwerkt in opdracht van diens vertegenwoordigers, inclusief zij die werden aangesteld door een bevoegde autoriteit of een rechtbank, zoals de curator van de houder van de PM-rekening, of op grond van een afdwingbare beslissing van een bevoegde autoriteit of rechtbank die instructies geeft over de manier waarop betalingen moeten verwerkt worden. Alle inkomende betalingen moeten verwerkt worden in overeenstemming met lid 6.”;

c)

artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

i)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   In afwijking van lid 1, aanvaardt de deelnemer dat de [naam van de CB] informatie over betalingen of technische of organisatorische informatie met betrekking tot de deelnemer, deelnemers van dezelfde groep of de cliënten van de deelnemer die in het kader van de werking van Target2-[naam van de CB/landreferentie] wordt verkregen, bekend kan maken a) aan andere CB's of aan derden die betrokken zijn bij de werking van Target2-[naam van de CB/landreferentie], voor zover dit noodzakelijk is voor het efficiënt functioneren van Target2, dan wel voor het monitoren van de exposure van de deelnemers of van de groep; b) aan andere CB's om de analyses te verrichten die noodzakelijk zijn voor markttransacties, monetaire beleidsfuncties, financiële stabiliteit of financiële integratie; c) toezichthouders en „oversight”-autoriteiten van lidstaten en de Unie, inclusief CB's, voor zover dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van hun publieke taken en mits in al dergelijke gevallen de bekendmaking niet in strijd is met het toepasselijke recht. De [naam van de CB] is niet aansprakelijk voor de financiële en commerciële gevolgen van een dergelijke bekendmaking.”;

ii)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   In afwijking van lid 1 en mits de deelnemer of de cliënten van de deelnemer daardoor niet direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd, kan de [naam van de CB] betalingsinformatie betreffende de deelnemer of de cliënten van de deelnemer gebruiken, bekendmaken of publiceren voor statistische, historische, wetenschappelijke of andere doeleinden in de uitoefening van haar publieke taken of van de taken van andere openbare lichamen waaraan de informatie wordt bekendgemaakt.”;

d)

in appendix I wordt paragraaf 8, punt 8, onder c), vervangen door:

„c)

van de PM-rekening naar de technische rekening die beheerd wordt door het aangesloten systeem met toepassing van afwikkelingsprocedure 6 realtime, en”;

e)

appendix IV wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 6, onder a), wordt vervangen door:

„a)

Indien nodig geacht, start de [naam van de CB] de noodverwerking van betalingsopdrachten met gebruikmaking van de Noodmodule van het SSP of andere middelen. In dergelijke gevallen wordt slechts een minimaal niveau aan service aan deelnemers verleend. De [naam van de CB] informeert haar deelnemers via een beschikbaar communicatiemiddel over het opstarten van de noodverwerking.”;

ii)

punt 8, onder b), wordt vervangen door:

„b)

In het geval van een storing van de [naam van de CB], kunnen alle of een deel van haar technische functies betreffende Target2-[naam van de CB/landreferentie] door andere Eurosysteem-CB's of het SSP uitgevoerd worden.”;

f)

in appendix V wordt de tabel in punt 3 vervangen door:

„Tijdstip

Beschrijving

6.45-7.00

Tijd ter voorbereiding van dagoperaties (*3)

7.00-18.00

Verwerking overdag

17.00

Sluitingstijd voor cliëntbetalingen, d.w.z. betalingen waarbij de opdrachtgever en/of de begunstigde van de betaling geen directe of indirecte deelnemer is zoals geïdentificeerd door het systeem via een MT 103- of MT 103+-bericht

18.00

Sluitingstijd voor interbancaire betalingen, d.w.z. andere betalingen dan cliëntbetalingen

18.00-18.45 (*4)

Einde-dagverwerking

18.15 (*4)

Algemene sluitingstijd voor het gebruik van permanente faciliteiten

(kort na)

18.30 (*5)

Gegevens voor het bijwerken van de boekhoudsystemen staan ter beschikking van de CB's

18.45-19.30 (*5)

Start van verwerking overdag (nieuwe werkdag)

19.00 (*5)-19.30 (*4)

Liquiditeitsvoorziening op de PM-rekening

19.30 (*5)

Bericht „start van procedure” en afwikkeling van doorlopende opdrachten om liquiditeiten van de PM-rekening over te maken naar de subrekeningen/technische rekening (met aangesloten systeem verband houdende afwikkeling)

19.30 (*5)-22.00

Uitvoering van extra liquiditeitsoverboekingen via het ICM voor afwikkelingsprocedure 6 realtime; uitvoering van extra liquiditeitsoverboekingen via het ICM voordat het aangesloten systeem de „start-cyclusberichten” stuurt voor afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld; afwikkelingsprocedure van de nachtelijke operaties van aangesloten systemen (alleen voor aangesloten systeem afwikkelingsprocedure 6 realtime en afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld)

22.00-1.00

Periode voor technisch onderhoud

1.00-7.00

Afwikkelingsprocedure van de nachtelijke operaties van aangesloten systemen (alleen voor aangesloten systeem afwikkelingsprocedure 6 realtime en afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld)

g)

In appendix VI wordt punt 14 vervangen door:

„14.

Voor directe deelnemers gelden de volgende factureringsregels. De directe deelnemer (de AL-groepsbeheerder of CAI-groepsbeheerder indien de AL- of CAI-faciliteit wordt gebruikt) ontvangt de factuur voor de voorafgaande maand met een specificatie van de te betalen vergoedingen niet later dan op de negende werkdag van de erop volgende maand. Betalingen geschieden uiterlijk op de veertiende werkdag van de maand op de door de [naam van de CB] aangegeven rekening en worden van de PM-rekening van die deelnemer afgeboekt.”.

2)

Bijlage IIa wordt als volgt gewijzigd:

a)

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

i)

lid 6 wordt vervangen:

„6.   Indien de deelname van een DCA-houder aan Target2-[naam van de CB/landreferentie] wordt opgeschort om andere redenen dan deze gespecificeerd in lid 1, onder a), worden al zijn inkomende en uitgaande betalingsopdrachten alleen ter afwikkeling aangeboden na uitdrukkelijke acceptatie daarvan door de CB van de geschorste DCA-houder.”;

ii)

het volgende lid 7 wordt toegevoegd:

„7.   Indien de deelname van een DCA-houder aan Target2-[naam van CB/landenreferentie] wordt opgeschort om de in lid 1, onder a), gespecificeerde redenen, zullen alle uitgaande betalingsopdrachten van deze DCA-houder uitsluitend worden verwerkt in opdracht van diens vertegenwoordigers, inclusief zij die werden aangesteld door een bevoegde autoriteit of een rechtbank, zoals de curator van de houder van de DCA, of op grond van een afdwingbare beslissing van een bevoegde autoriteit of rechtbank die instructies geeft over de manier waarop betalingen moeten verwerkt worden. Alle inkomende betalingen moeten verwerkt worden in overeenstemming met lid 6).”;

b)

artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

i)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   In afwijking van lid 1 aanvaardt de DCA-houder dat de [naam van de CB] informatie over betalingsopdrachten of technische of organisatorische informatie met betrekking tot de DCA-houder, andere DCA's aangehouden door DCA-houders van dezelfde groep, of de cliënten van de DCA-houder die in het kader van de werking van Target2-[naam van de CB/landreferentie] wordt verkregen, bekend kan maken aan a) andere CB's of aan derden die betrokken zijn bij de werking van Target2-[naam van de CB/landreferentie], voor zover dit noodzakelijk is voor het efficiënt functioneren van Target2, dan wel voor het monitoren van de exposure van de DCA-houders of van zijn groep; b) aan andere CB's om de analyses te verrichten die noodzakelijk zijn voor markttransacties, monetaire beleidsfuncties, financiële stabiliteit of financiële integratie; c) toezichthouders en „oversight”-autoriteiten van lidstaten en de Unie, inclusief CB's, voor zover dit noodzakelijk is voor het uitvoeren van hun publieke taken en mits in al dergelijke gevallen de bekendmaking niet in strijd is met het toepasselijke recht. De [naam van de CB] is niet aansprakelijk voor de financiële en commerciële gevolgen van een dergelijke bekendmaking.”;

ii)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   In afwijking van lid 1 en mits de DCA-houder of de cliënten van de DCA-houder daardoor niet direct of indirect kunnen worden geïdentificeerd, kan de [naam van de CB] betalingsinformatie betreffende de DCA-houder of de cliënten van de DCA-houder gebruiken, bekendmaken of publiceren voor statistische, historische, wetenschappelijke of andere doeleinden in de uitoefening van haar publieke taken of van de taken van andere openbare lichamen waaraan de informatie wordt bekendgemaakt.”.

3.

Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:

i)

in appendix IA, wordt paragraaf 8, punt 8, onder c), vervangen door:

„c)

van de PM-rekening naar de technische rekening die beheerd wordt door het aangesloten systeem met toepassing van afwikkelingsprocedure 6 realtime.”;

ii)

in appendix IIA, wordt punt 4 vervangen door:

„4.

Voor directe deelnemers gelden de volgende factureringsregels. De directe deelnemer ontvangt de factuur voor de voorafgaande maand met een specificatie van de te betalen vergoedingen niet later dan op de negende werkdag van de erop volgende maand. Betalingen geschieden uiterlijk op de 14e werkdag van de maand op de door de [naam van de CB] aangegeven rekening en worden van de PM-rekening van die deelnemer afgeboekt.”.


(*1)  Het huidige beleid van het Eurosysteem voor de locatie van infrastructuur wordt uiteengezet in de volgende verklaringen, die beschikbaar zijn op de website van de ECB op www.ecb.europa.eu: a) de policy statement on euro payment and settlement systems located outside the euro area” van 3 november 1998; b) the Eurosystem's policy line with regard to consolidation in central counterparty clearing” van 27 september 2001; c) the Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling in euro-denominated payment transactions” van 19 juli 2007; d) „The Eurosystem policy principles on the location and operation of infrastructures settling euro-denominated payment transactions: specification of legally and operationally located in the euro area” van 20 november 2008; e) Het oversightbeleidskader van het Eurosysteem van juli 2011 behoudens het arrest van 4 maart 2015 Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië tegen Europese Centrale Bank, T-496/11, ECLI:EU:T:2015:496.

(*2)  Richtsnoer ECB/2012/27 van 5 december 2012 betreffende een geautomatiseerd trans-Europees realtime-brutovereveningssysteem (Target2) (PB L 30 van 30.1.2013, blz. 1).”;

(*3)  „Dagoperaties” betekent verwerking overdag en einde-dagverwerking.

(*4)  Eindigt 15 minuten later op de laatste dag van de reserveperiode van het Eurosysteem.

(*5)  Begint 15 minuten later op de laatste dag van de reserveperiode van het Eurosysteem.”


BIJLAGE II

Bijlage IV bij Richtsnoer ECB/2012/27 wordt vervangen door:

BIJLAGE IV

AFWIKKELINGSPROCEDURES VOOR AANGESLOTEN SYSTEMEN

1.   Definities

Voor de toepassing van deze bijlage en verwijzend naar de definities in artikel 2, wordt verstaan onder:

1.   „crediteringsopdracht”: een door een aangesloten systeem, aan de ASCB geadresseerde betalingsinstructie ter debitering van één van de door het aangesloten systeem in de PM aangehouden en/of beheerde rekeningen en ter creditering van de PM-rekening of subrekening van een afwikkelingsbank met het in de instructie aangegeven bedrag;

2.   „debiteringsopdracht”: een aan de SCB geadresseerde en door een aangesloten systeem aangeleverde betalingsinstructie ter debitering van de PM-rekening of subrekening van een afwikkelingsbank met het daarin bepaalde bedrag op basis van een debiteringsmandaat, en ter creditering van ofwel één van de rekeningen van het aangesloten systeem in de PM, ofwel de PM-rekening of subrekening van een andere afwikkelingsbank;

3.   „betalingsinstructie” of „betalingsinstructie van aangesloten systeem”: een debiterings- of crediteringsopdracht;

4.   „centrale bank van aangesloten systeem (ASCB)”: de Eurosysteem-CB waarmee het desbetreffende aangesloten systeem een bilaterale regeling heeft ter afwikkeling van betalingsinstructies van het aangesloten systeem in de PM;

5.   „afwikkelende centrale bank (SCB)”: een Eurosysteem-CB die een PM-rekening van een afwikkelingsbank aanhoudt;

6.   „afwikkelingsbank”: een deelnemer wiens PM-rekening of subrekening ter afwikkeling van betalingsinstructies van aangesloten systemen wordt gebruikt;

7.   „informatie- en controlemodule (ICM)”: de SSP-module waardoor PM-rekeninghouders online informatie kunnen opvragen, alsook opdrachten tot overboeking van liquiditeiten kunnen aanleveren, liquiditeiten kunnen beheren en in noodsituaties betalingsopdrachten kunnen initiëren;

8.   „ICM-mededeling”: informatie die via de ICM gelijktijdig aan alle PM-rekeninghouders of een bepaalde groep daarvan ter beschikking wordt gesteld;

9.   „debiteringsmandaat”: een machtiging door een afwikkelingsbank in de door de Eurosysteem-CB's in de statische gegevensformulieren bepaalde vorm en geadresseerd zowel aan haar aangesloten systeem als aan haar SCB, die het aangesloten systeem het recht geeft debiteringsopdrachten aan te leveren en de SCB de opdracht te geven de PM-rekening of subrekening van de afwikkelingsbank uit hoofde van een debiteringsopdracht te debiteren;

10.   „kort (short)”: geld verschuldigd zijn gedurende de afwikkeling van betalingsinstructies van aangesloten systemen;

11.   „lang (long)”: een geldvordering hebben gedurende de afwikkeling van betalingsinstructies van aangesloten systemen;

12.   „systeemoverschrijdende afwikkeling”: de realtimeafwikkeling van debiteringsopdrachten op grond waarvan betalingen uitgevoerd worden van een afwikkelingsbank van een aangesloten systeem met toepassing van afwikkelingsprocedure 6 naar een afwikkelingsbank van een ander aangesloten systeem met toepassing van afwikkelingsprocedure 6;

13.   „Static Data (Management) Module”: de SSP-module waarin statische gegevens verzameld en opgeslagen worden;

14.   „technische rekening”: een specifieke rekening aangehouden in de PM door een aangesloten systeem of aangehouden door de ASCB namens een aangesloten systeem in haar Target2-deelsysteem voor gebruik door het aangesloten systeem.

2.   Rol van SCB's

Ten aanzien van afwikkelingsbanken waarvoor zij een PM-rekening aanhoudt, treedt elke Eurosysteem-CB op als SCB.

3.   Beheer van de relatie tussen CB's, aangesloten systemen en afwikkelingsbanken

1.

De ASCB's waarborgen dat de aangesloten systemen waarmee zij bilaterale regelingen hebben, een lijst leveren van afwikkelingsbanken met de PM-rekeningdetails van de afwikkelingsbanken, die de ASCB zal opslaan in de Static Data (Management) Module van het SSP. Een aangesloten systeem kan via de ICM toegang hebben tot de lijst van zijn respectieve afwikkelingsbanken.

2.

De ASCB's waarborgen dat de aangesloten systemen waarmee zij bilaterale regelingen hebben, hen onverwijld in kennis stellen van een wijziging in de lijst van afwikkelingsbanken. De ASCB's informeren de betrokken SCB via een ICM-mededeling over dergelijke wijzigingen.

3.

De ASCB's waarborgen dat de aangesloten systemen waarmee zij bilaterale regelingen hebben, alle debiteringsmandaten en andere relevante documenten van hun afwikkelingsbanken verzamelen en aan de ASCB doen toekomen. Deze documenten worden in het Engels verstrekt en/of de desbetreffende nationale taal/talen van de betrokken ASCB. Als de nationale talen van de ASCB niet dezelfde zijn als de nationale taal/talen van de SCB, worden de vereiste documenten alleen in het Engels of zowel in het Engels als in de desbetreffende nationale talen van de ASCB verstrekt. Indien aangesloten systemen via Target2-ECB afwikkelen, worden de documenten in het Engels verstrekt.

4.

Indien een afwikkelingsbank deelneemt aan het desbetreffende Target2-deelsysteem van de ASCB, verifieert de ASCB de geldigheid van het door de afwikkelingsbank verstrekte debiteringsmandaat en voert ze de nodige posten in de Static Data (Management) Module in. Indien een afwikkelingsbank niet deelneemt aan het desbetreffende Target2-deelsysteem van de ASCB, stuurt de ASCB het debiteringsmandaat (of een elektronische kopie daarvan, indien de ASCB en de SCB zulks zijn overeengekomen) ter verificatie van de geldigheid ervan door aan de desbetreffende SCB's. De SCB's voeren een dergelijke verificatie uit en delen het resultaat daarvan mee aan de desbetreffende ASCB binnen vijf werkdagen na ontvangst van een dergelijk verzoek. Na verificatie werkt de ASCB de lijst van afwikkelingsbanken in de ICM bij.

5.

De verificatie door de ASCB doet geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid van het aangesloten systeem om betalingsinstructies te beperken tot de in punt 1 vermelde lijst van afwikkelingsbanken.

6.

Behalve als het dezelfde entiteiten zijn, wisselen ASCB's en SCB's informatie over belangrijke gebeurtenissen tijdens het afwikkelingsproces uit.

7.

De ASCB's waarborgen dat de aangesloten systemen waarmee zij bilaterale regelingen hebben, de naam en de BIC van het aangesloten systeem waarmee zij voornemens zijn de systeemoverschrijdende afwikkeling uit te voeren leveren, alsook de datum vanaf welke systeemoverschrijdende afwikkeling met een bepaald aangesloten systeem dient te beginnen of op te houden. Deze informatie wordt opgeslagen in de Static Data (Management) Module.

4.   Opgeven van betalingsinstructies via de ASI

1.

Alle door een aangesloten systeem via de ASI aangeleverde betalingsinstructies hebben de vorm van XML-berichten.

2.

Alle door een aangesloten systeem via de ASI aangeleverde betalingsinstructies worden als „zeer urgent” beschouwd en worden afgewikkeld overeenkomstig bijlage II.

3.

Een betalingsinstructie wordt als aanvaard beschouwd, indien:

a)

de betalingsinstructie voldoet aan de door de Target2-netwerkdienstverlener vastgestelde regels;

b)

de betalingsinstructie voldoet aan de formatteringsregels en -voorwaarden van het Target2-deelsysteem van de ASCB;

c)

de afwikkelingsbank is opgenomen op de in paragraaf 3, punt 1, bedoelde lijst van afwikkelingsbanken;

d)

in het geval van een systeemoverschrijdende afwikkeling, het desbetreffende aangesloten systeem op de lijst staat van aangesloten systemen waarmee een systeemoverschrijdende afwikkeling mag worden uitgevoerd;

e)

in het geval dat de deelneming van een afwikkelingsbank aan Target2 is opgeschort, de expliciete instemming van de SCB van de geschorste afwikkelingsbank werd verkregen.

5.   Invoering van betalingsopdrachten in het systeem en hun onherroepelijkheid

1.

Crediteringsopdrachten worden geacht in het desbetreffende Target2-deelsysteem te zijn ingevoerd zodra de SCB deze heeft aanvaard en gelden vanaf dat moment als onherroepelijk. Debiteringsopdrachten worden geacht in het desbetreffende Target2-deelsysteem te zijn ingevoerd zodra de SCB deze heeft aanvaard en gelden vanaf dat moment als onherroepelijk.

2.

De toepassing van het bepaalde in punt 1 heeft geen invloed op de regels van aangesloten systemen die het tijdstip van invoering in het aangesloten systeem en/of de onherroepelijkheid van aan dat aangesloten systeem aangeleverde overboekingsopdrachten vastleggen op een tijdstip dat ligt voor de invoering van de betreffende betalingsinstructie in het betrokken Target2-deelsysteem.

6.   Afwikkelingsprocedures

1.

Indien een aangesloten systeem om toepassing van een afwikkelingsprocedure verzoekt, biedt de betrokken ASCB één of meer van de volgende afwikkelingsprocedures aan:

a)

afwikkelingsprocedure 2

(realtimeafwikkeling),

b)

afwikkelingsprocedure 3

(bilaterale afwikkeling),

c)

afwikkelingsprocedure 4

(standaard multilaterale afwikkeling),

d)

afwikkelingsprocedure 5

(gelijktijdige multilaterale afwikkeling),

e)

afwikkelingsprocedure 6

(geoormerkte liquiditeiten, realtime en systeemoverschrijdende afwikkeling).

2.

Afwikkelingsprocedure 1 (liquiditeitsoverboeking) wordt niet meer aangeboden.

3.

De SCB's ondersteunen de afwikkeling van betalingsinstructies van aangesloten systemen in overeenstemming met de keuze van de in punt 1 bedoelde afwikkelingsprocedures door onder meer betalingsinstructies af te wikkelen op de PM-rekeningen of subrekeningen van afwikkelingsbanken.

4.

Nadere bijzonderheden met betrekking tot de in punt 1 bedoelde afwikkelingsprocedures zijn opgenomen in de paragrafen 10 tot en met 14.

7.   Geen verplichting tot het openen van een PM-rekening

Als zij de ASI gebruiken, behoeven aangesloten systemen geen directe deelnemer in een Target2-deelsysteem te worden, noch een PM-rekening aan te houden.

8.   Rekeningen ter ondersteuning van afwikkelingsprocedures

1.

Naast PM-rekeningen kunnen ASCB's, aangesloten systemen en afwikkelingsbanken de volgende soorten rekeningen in de PM openen en gebruiken voor de in paragraaf 6, punt 1, bedoelde afwikkelingsprocedures:

a)

technische rekeningen;

b)

garantiefondsrekeningen;

c)

subrekeningen.

2.

Als een ASCB afwikkelingsprocedures 4, 5 of 6 aanbiedt voor gekoppelde modellen, opent zij voor de betrokken aangesloten systemen in haar Target2-deelsysteem een technische rekening. Dergelijke rekeningen kunnen door de ASCB als een optie voor afwikkelingsprocedures 2 en 3 aangeboden worden. Aparte technische rekeningen worden geopend voor afwikkelingsprocedures 4 en 5. Voor afwikkelingsprocedure 3, 4, 5 of 6 voor gekoppelde modellen is het saldo op technische rekeningen aan het einde van het betreffende afwikkelingsproces van het aangesloten systeem nul of positief en op het einde van de dag nul. Technische rekeningen worden ofwel geïdentificeerd met de BIC van het aangesloten systeem, ofwel met de BIC van de desbetreffende ASCB.

3.

Wanneer afwikkelingsprocedure 6 realtime wordt aangeboden moet een ASCB technische rekeningen openen in haar Target2-deelsysteem. Technische rekeningen voor afwikkelingsprocedure 6 realtime mogen gedurende de dag alleen een zero of positief saldo hebben en mogen overnight een positief saldo handhaven. Een overnight saldo op de rekening is onderworpen aan dezelfde vergoedingsregelingen als deze die gelden voor Garantiefondsen krachtens artikel 11 van dit richtsnoer.

4.

Bij aanbieding van afwikkelingsprocedure 4 of 5 kan een ASCB in haar Target2-deelsysteem voor aangesloten systemen een garantiefondsrekening openen. Bij gebreke van liquiditeit op de PM-rekening van de afwikkelingsbank, worden de saldi van deze rekeningen gebruikt ter afwikkeling van de betalingsinstructies van het aangesloten systeem. Houders van garantiefondsrekeningen kunnen ASCB's, aangesloten systemen of garantiegevers zijn. Garantiefondsrekeningen worden geïdentificeerd door de BIC van de betreffende rekeninghouder.

5.

Wanneer een ASCB afwikkelingsprocedure 6 aanbiedt voor gekoppelde modellen, openen SCB's in hun Target2-deelsystemen één of meerdere subrekeningen voor afwikkelingsbanken voor de oormerking van liquiditeiten en, indien relevant, voor systeemoverschrijdende afwikkeling. Subrekeningen worden geïdentificeerd door de BIC van de PM-rekening waarop ze betrekking hebben, in combinatie met een rekeningnummer dat specifiek is voor de betreffende subrekening. Het rekeningnummer bestaat uit de landencode plus maximaal 32 karakters (volgens de desbetreffende nationale bankrekeningstructuur).

6.

De in punt 1, onder a) tot en met c), bedoelde rekeningen worden niet opgenomen in de Target2-directory. Op verzoek van de PM-rekeninghouder, kunnen voor al deze rekeningen de desbetreffende rekeningafschriften (MT 940 en MT 950) op het eind van elke werkdag aan de rekeninghouder worden verstrekt.

7.

De gedetailleerde regels betreffende de opening van de in deze paragraaf genoemde soorten rekeningen en betreffende hun toepassing bij het ondersteunen van de afwikkelingsprocedures kunnen nader worden omschreven in bilaterale regelingen tussen de aangesloten systemen en de ASCB's.

9.   Afwikkelingsprocedure 1 — Liquiditeitenoverboeking

Deze procedure wordt niet meer aangeboden.

10.   Afwikkelingsprocedure 2 — Realtimeafwikkeling

1.

Wanneer de ASCB's en SCB's afwikkelingsprocedure 2 aanbieden, ondersteunen zij de afwikkeling van het cashgedeelte van transacties van aangesloten systemen door het aangesloten systeem aangeleverde betalingsinstructies veeleer op individuele basis dan in batches af te wikkelen. Indien een betalingsinstructie ter debitering van de PM-rekening van een afwikkelingsbank die geld verschuldigd is (short), overeenkomstig bijlage II in de wachtrij wordt geplaatst, informeert de betrokken SCB de afwikkelingsbank middels een ICM-mededeling.

2.

Afwikkelingsprocedure 2 kan eveneens aan het aangesloten systeem aangeboden worden voor de afwikkeling van multilaterale saldi, in welke gevallen de ASCB voor dat aangesloten systeem een technische rekening opent. Voorts biedt de ASCB het aangesloten systeem niet de dienst aan van een voor een dergelijke multilaterale afwikkeling vereist behoorlijk beheer van de volgorde van inkomende en uitgaande betalingen. Het aangesloten systeem is zelf verantwoordelijk voor het aanbrengen van de noodzakelijke volgorde.

3.

De ASCB kan de afwikkeling van betalingsinstructies binnen door het aangesloten systeem te bepalen termijnen aanbieden, zoals bedoeld in paragraaf 15, punten 2 en 3.

4.

De afwikkelingsbanken en aangesloten systemen hebben via de ICM toegang tot informatie. De aangesloten systemen worden via een bericht op de ICM op de hoogte gebracht van de voltooiing of mislukking van de afwikkeling. Op verzoek worden afwikkelingsbanken die via de Target2- netwerkdienstverlener toegang hebben tot Target2, middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van de geslaagde afwikkeling. PM-rekeninghouders die gebruikmaken van toegang via internet, worden middels een bericht op de ICM geïnformeerd.

11.   Afwikkelingsprocedure 3 — Bilaterale afwikkeling

1.

Wanneer zij afwikkelingsprocedure 3 aanbieden, ondersteunen de ASCB's en SCB's afwikkeling van het cashgedeelte van transacties van aangesloten systemen door de door het aangesloten systeem aangeleverde betalingsinstructies in een batchmodus af te wikkelen. Indien een betalingsinstructie ter debitering van de PM-rekening van een afwikkelingsbank die geld verschuldigd is (short), overeenkomstig bijlage II in de wachtrij wordt geplaatst, informeert de betrokken SCB de afwikkelingsbank middels een ICM-mededeling.

2.

Afwikkelingsprocedure 3 kan ook aan het aangesloten systeem aangeboden worden ter afwikkeling van multilaterale saldi. Paragraaf 10, punt 2, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

a)

betalingsinstructies: i) ter debitering van de PM-rekeningen van afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short), en ter creditering van de technische rekening van het aangesloten systeem; en ii) ter debitering van de technische rekening van het aangesloten systeem en ter creditering van de PM-rekeningen van afwikkelingsbanken die een geldvordering hebben (long), in aparte bestanden worden aangeleverd, en

b)

de PM-rekeningen van afwikkelingsbanken die een geldvordering hebben (long), pas worden gecrediteerd nadat de PM-rekeningen van de afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short), zijn gedebiteerd.

3.

Faalt de multilaterale afwikkeling (bijvoorbeeld omdat niet alle inningen van rekeningen van afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short), succesvol zijn), dan levert het aangesloten systeem betalingsinstructies aan om reeds afgewikkelde debettransacties te storneren.

4.

De ASCB's kunnen:

a)

de afwikkeling van betalingsinstructies binnen bepaalde door het aangesloten systeem aangegeven termijnen aanbieden, zoals bedoeld in paragraaf 15, punt 3, en/of

b)

de „informatieperiode”-functie, zoals bedoeld in paragraaf 15, punt 1, aanbieden.

5.

De afwikkelingsbanken en aangesloten systemen hebben via de ICM toegang tot informatie. De aangesloten systemen worden op de hoogte gebracht van de voltooiing of mislukking van de afwikkeling op basis van de gekozen optie — kennisgeving per geval of globale kennisgeving. Op hun verzoek worden de afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van een geslaagde afwikkeling. PM-rekeninghouders die gebruikmaken van toegang via internet, worden middels een bericht op de ICM geïnformeerd.

12.   Afwikkelingsprocedure 4 — Standaard multilaterale afwikkeling

1.

Wanneer zij afwikkelingsprocedure 4 aanbieden, ondersteunen de ASCB's en SCB's de afwikkeling van multilaterale cashsaldi van transacties van aangesloten systemen door het aangesloten systeem aangeleverde betalingsinstructies in een batchmodus af te wikkelen. De ASCB's openen voor een dergelijk aangesloten systeem een specifieke technische rekening.

2.

De ASCB's en SCB's garanderen de vereiste volgorde van betalingsinstructies. Creditposten worden uitsluitend geboekt als alle debetposten succesvol zijn geïnd. Betalingsinstructies: a) ter debitering van de rekeningen van afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short), en ter creditering van de technische rekening van het aangesloten systeem; en b) ter creditering van rekeningen van afwikkelingsbanken met een vordering (long) en ter debitering van de technische rekening van het aangesloten systeem worden in één bestand aangeleverd.

3.

Betalingsinstructies ter debitering van de PM-rekeningen van afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short), en ter creditering van de technische rekening van het aangesloten systeem worden het eerst afgewikkeld; pas na de afwikkeling van al deze betalingsinstructies (met inbegrip van mogelijke stortingen op de technische rekening middels een garantiefondsmechanisme), worden de PM-rekeningen van de afwikkelingsbanken met een vordering (long) gecrediteerd.

4.

Indien een betalingsinstructie ter debitering van een PM-rekening van een afwikkelingsbank die geld verschuldigd is (short), overeenkomstig bijlage II in de wachtrij wordt geplaatst, informeren de SCB's die afwikkelingsbank middels een ICM-mededeling.

5.

Indien een afwikkelingsbank die geld verschuldigd is (short), onvoldoende geld op haar PM-rekening heeft, activeert de ASCB een garantiefondsmechanisme, indien de bilaterale regeling tussen de ASCB en het aangesloten systeem daarin voorziet.

6.

Indien niet in een garantiefondsmechanisme is voorzien en de volledige afwikkeling mislukt, worden de ASCB's en SCB's geacht de instructie te hebben gekregen om alle betalingsinstructies in het bestand te retourneren en storneren zij de al afgewikkelde betalingsinstructies.

7.

De ASCB's informeren afwikkelingsbanken middels een ICM-mededeling over een mislukte afwikkeling.

8.

De ASCB's kunnen:

a)

de afwikkeling van betalingsinstructies binnen bepaalde door het aangesloten systeem aangegeven termijnen aanbieden, zoals bedoeld in paragraaf 15, punt 3;

b)

de „informatieperiode”-functie, zoals bedoeld in paragraaf 15, punt 1, aanbieden;

c)

een garantiefondsmechanisme, zoals bedoeld in paragraaf 15, punt 4, aanbieden.

9.

De afwikkelingsbanken en aangesloten systemen hebben via de ICM toegang tot informatie. De aangesloten systemen worden op de hoogte gebracht van de voltooiing of mislukking van de afwikkeling. Op hun verzoek worden de afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van een geslaagde afwikkeling. PM-rekeninghouders die gebruikmaken van toegang via internet, worden middels een bericht op de ICM geïnformeerd.

13.   Afwikkelingsprocedure 5 — Gelijktijdige multilaterale afwikkeling

1.

Wanneer zij afwikkelingsprocedure 5 aanbieden, ondersteunen de ASCB's en SCB's de afwikkeling van multilaterale cashsaldi van transacties van aangesloten systemen door de afwikkeling van de door het aangesloten systeem aangeleverde betalingsinstructies. Om de desbetreffende betalingsinstructies af te wikkelen, wordt algoritme 4 gebruikt (zie appendix I van bijlage II). In tegenstelling tot afwikkelingsprocedure 4, werkt afwikkelingsprocedure 5 op een „alles-of-niets” (all-or-nothing) -basis. In deze procedure vinden de debitering van PM-rekeningen van afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short), en de creditering van PM-rekeningen van afwikkelingsbanken met een vordering (long) gelijktijdig plaats (en niet sequentieel zoals in afwikkelingsprocedure 4). Paragraaf 12 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat: indien één of meer betalingsinstructies niet afgewikkeld kunnen worden, alle betalingsinstructies in de wachtrij worden geplaatst en het in paragraaf 16, punt 1, omschreven algoritme 4 wordt herhaald ter afwikkeling van de betalingsinstructies van het aangesloten systeem in de wachtrij.

2

De ASCB's kunnen:

a)

de afwikkeling van betalingsinstructies binnen bepaalde door het aangesloten systeem aangegeven termijnen aanbieden, zoals bedoeld in paragraaf 15, punt 3;

b)

de „informatieperiode”-functie, zoals bedoeld in paragraaf 15, punt 1, aanbieden;

c)

een garantiefondsmechanisme, zoals bedoeld in paragraaf 15, punt 4, aanbieden.

3

De afwikkelingsbanken en aangesloten systemen hebben via de ICM toegang tot informatie. De aangesloten systemen worden op de hoogte gebracht van de voltooiing of mislukking van de afwikkeling. Op hun verzoek worden de afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van een geslaagde afwikkeling. PM-rekeninghouders die gebruikmaken van toegang via internet, worden middels een bericht op de ICM geïnformeerd.

4.

Indien een betalingsinstructie ter debitering van de PM-rekening van een afwikkelingsbank die geld verschuldigd is (short), overeenkomstig bijlage II in de wachtrij wordt geplaatst, informeert de betrokken SCB de afwikkelingsbanken middels een ICM-mededeling.

14.   Afwikkelingsprocedure 6 — Geoormerkte liquiditeiten en realtime-systeemoverschrijdende afwikkeling

1.

Afwikkelingsprocedure 6 kan zowel voor het gekoppelde als het geïntegreerde model worden toegepast, zoals hierna beschreven in de punten 4 tot en met 12, respectievelijk de punten 13 tot en met 16. Bij het realtimemodel moet het desbetreffende aangesloten systeem een technische rekening gebruiken om de nodige door zijn afwikkelingsbanken gereserveerde liquiditeit te innen voor financiering van hun posities. Bij het gekoppelde model moet de afwikkelingsbank minstens één subrekening openen die verband houdt met een specifiek aangesloten systeem.

2.

Op verzoek worden de afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht en PM-rekeninghouders die gebruikmaken van toegang via internet, middels een bericht op de ICM op de hoogte gebracht van de creditering en debitering van hun PM-rekeningen en, indien van toepassing, hun subrekeningen.

3.

Wanneer zij systeemoverschrijdende afwikkeling onder afwikkelingsprocedure 6 aanbieden, ondersteunen de ASCB's en SCB's systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen, indien zij door de desbetreffende aangesloten systemen geïnitieerd worden. Voor afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld kan een aangesloten systeem uitsluitend systeemoverschrijdende afwikkeling initiëren gedurende zijn verwerkingscyclus, en afwikkelingsprocedure 6 dient te lopen in het aangesloten systeem dat de betalingsopdracht ontvangt. Voor afwikkelingsprocedure 6 realtime kan een aangesloten systeem systeemoverschrijdende afwikkeling initiëren op enig ogenblik gedurende de Target2-verwerking overdag en afwikkeling van nachtelijke operaties van aangesloten systemen. De mogelijkheid om systeemoverschrijdende afwikkeling uit te voeren tussen twee individuele aangesloten systemen wordt geregistreerd in de Static Data (Management) Module.

A)    Gekoppeld model

4.

Wanneer zij afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld aanbieden, ondersteunen de ASCB's en SCB's de afwikkeling van bilaterale en/of multilaterale cashsaldi van transacties van aangesloten systemen door:

a)

een afwikkelingsbank de mogelijkheid te geven haar toekomstige afwikkelingsverplichting voor te financieren middels aan de verwerking van het aangesloten systeem voorafgaande liquiditeitsoverboekingen van haar PM-rekening naar haar subrekening („geoormerkte liquiditeit”), en

b)

de betalingsinstructies van het aangesloten systeem af te wikkelen na de voltooiing van de verwerking van het aangesloten systeem: met betrekking tot afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short), door de debitering van hun subrekeningen (tot het bedrag van de gelden op deze rekening) en de creditering van de technische rekening van het aangesloten systeem, en met betrekking tot afwikkelingsbanken met een vordering (long), door de creditering van hun subrekeningen en de debitering van de technische rekening van het aangesloten systeem.

5.

Wanneer zij afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld aanbieden:

a)

openen de SCB's ten minste één subrekening met betrekking tot één aangesloten systeem voor elke afwikkelingsbank, en

b)

opent de ASCB een technische rekening voor het aangesloten systeem voor: i) de creditering van gelden die vanaf de subrekeningen van de afwikkelingsbanken die geld verschuldigd zijn (short), geïnd worden; en ii) de debitering van gelden bij creditering van de specifieke subrekeningen van de afwikkelingsbanken met een vordering (long).

6.

Afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld wordt aangeboden op enig tijdstip gedurende de Target2-verwerking overdag en afwikkeling van nachtelijke operaties van aangesloten systemen. De nieuwe werkdag start onmiddellijk nadat aan de vereisten inzake minimumreserves is voldaan; een daarop volgende creditering of debitering van de betrokken rekeningen wordt gevaluteerd op de nieuwe werkdag.

7.

Onder afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld bieden de ASCB's en SCB's de volgende diensten voor liquiditeitsoverboekingen naar en van de subrekening aan:

a)

doorlopende opdrachten die afwikkelingsbanken op elk tijdstip gedurende een werkdag middels de ICM (indien beschikbaar) kunnen aanleveren of wijzigen. Doorlopende opdrachten die na het versturen van het „start-procedurebericht” op een bepaalde werkdag zijn aangeleverd, gelden pas voor de volgende werkdag. Indien er meerdere doorlopende opdrachten zijn voor het crediteren van verschillende subrekeningen en/of technische rekeningen, worden zij afgewikkeld in de volgorde van hun bedragen, te beginnen met het hoogste bedrag. Bij nachtelijke operaties van aangesloten systemen, indien er doorlopende opdrachten zijn waarvoor op de PM-rekening onvoldoende gelden staan, worden dergelijke opdrachten volgens een pro rata reductie van alle opdrachten afgewikkeld;

b)

lopende opdrachten die alleen tijdens het lopen van afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld (dat wil zeggen, de tijdspanne vanaf het „start-procedurebericht” tot het „einde-procedurebericht”) hetzij door een afwikkelingsbank (via de ICM), hetzij door het desbetreffende aangesloten systeem middels een XML-bericht mogen worden aangeleverd en die alleen afgewikkeld zullen worden zolang de verwerkingscyclus van het aangesloten systeem nog niet is gestart. Indien voor een door het aangesloten systeem aangeleverde lopende opdracht op de PM-rekening onvoldoende gelden staan, wordt die opdracht gedeeltelijk afgewikkeld;

c)

SWIFT-opdrachten via een MT 202-bericht of via automatische toewijzing aan een MT 202 vanaf de schermen voor PM-rekeninghouders die gebruikmaken van toegang via internet, die alleen mogen worden aangeleverd terwijl afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld loopt en alleen gedurende verwerking overdag. Dergelijke opdrachten worden onmiddellijk afgewikkeld.

8.

Afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld begint met een „start-procedurebericht” en eindigt met een „einde-procedurebericht”, verstuurd door het aangesloten systeem (of ASCB namens haar). „Start-procedureberichten” geven de aanzet tot de afwikkeling van doorlopende opdrachten voor de liquiditeitenoverboeking naar de subrekeningen. Het „einde-procedurebericht” zorgt voor een automatische terugboeking van liquiditeiten van de subrekening naar de PM-rekening.

9.

Onder afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld worden geoormerkte liquiditeiten op de subrekeningen bevroren zolang de verwerkingscyclus van het aangesloten systeem loopt (beginnend met een „start-cyclusbericht” en eindigend met een „einde-cyclusbericht”; beide te versturen door het aangesloten systeem), en daarna vrijgegeven. Het geblokkeerde saldo kan gedurende de verwerkingscyclus gewijzigd worden ten gevolge van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen of indien een afwikkelingsbank liquiditeiten overmaakt van haar PM-rekening. De ASCB brengt het aangesloten systeem op de hoogte van de afname of toename van liquiditeiten op de subrekening ten gevolge van systeemoverschrijdende afwikkelingsbetalingen. Op verzoek van het aangesloten systeem stelt de ASCB het aangesloten systeem eveneens in kennis van de toename van de liquiditeiten op de subrekening ten gevolge van liquiditeitsoverboekingen door de afwikkelingsbank.

10.

Binnen elke verwerkingscyclus van een aangesloten systeem in het kader van afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld worden betalingsinstructies met geoormerkte liquiditeiten afgewikkeld, in de regel door toepassing van algoritme 5 (zoals bedoeld in appendix I van bijlage II).

11.

Binnen elke verwerkingscyclus van een aangesloten systeem in het kader van afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld kan de geoormerkte liquiditeit van een afwikkelingsbank verhoogd worden door haar subrekeningen direct te crediteren met bepaalde binnenkomende betalingen, d.w.z. coupon- en aflossingsbetalingen. In dergelijke gevallen moet de technische rekening eerst met de liquiditeiten gecrediteerd worden; daarna moet een dergelijke rekening gedebiteerd worden, vooraleer de subrekening (of de PM-rekening) met de liquiditeiten te crediteren.

12.

Systeemoverschrijdende afwikkeling tussen twee gekoppelde aangesloten systemen kan alleen geïnitieerd worden door een aangesloten systeem (of zijn ASCB in zijn naam) waarvan de subrekening van de PM-rekeninghouder gedebiteerd wordt. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door debitering van het in de betalingsinstructie vermelde bedrag van de subrekening van een deelnemer van het de betalingsinstructie initiërend aangesloten systeem en door creditering van de subrekening van een deelnemer van een ander aangesloten systeem.

Het aangesloten systeem dat de betalingsinstructie initieert en het andere aangesloten systeem worden op de hoogte gebracht van voltooiing van de afwikkeling. Op hun verzoek worden de afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van een geslaagde afwikkeling. PM-rekeninghouders die gebruikmaken van toegang via internet, worden middels een bericht op de ICM geïnformeerd.

B)    Realtimemodel

13.

Wanneer zij afwikkelingsprocedure 6 voor realtimemodellen aanbieden, ondersteunen de ASCB's en de SCB's een dergelijke afwikkeling.

14.

Onder afwikkelingsprocedure 6 realtime, bieden de ASCB's en SCB's de volgende diensten voor liquiditeitsoverboekingen naar en van de technische rekening aan:

a)

doorlopende opdrachten (voor nachtelijke operaties van aangesloten systemen) die afwikkelingsbanken op elk tijdstip gedurende een werkdag middels de ICM (indien beschikbaar) kunnen aanleveren of wijzigen. Doorlopende opdrachten die zijn aangeleverd na de start van verwerking overdag gelden pas voor de volgende werkdag. Indien er meerdere doorlopende opdrachten zijn, worden zij afgewikkeld in de volgorde van hun bedragen, te beginnen met het hoogste bedrag. Bij nachtelijke operaties van aangesloten systemen, indien er doorlopende opdrachten zijn waarvoor op de PM-rekening onvoldoende gelden staan, worden dergelijke opdrachten volgens een pro rata reductie van alle opdrachten afgewikkeld;

b)

lopende opdrachten naar de technische rekening die uitsluitend mogen aangeleverd worden door ofwel een afwikkelingsbank (via het ICM) of het desbetreffende hulpsysteem namens haar (via een XML-bericht). Indien voor een door het desbetreffende aangesloten systeem namens de afwikkelingsbank aangeleverde lopende opdracht op de PM-rekening onvoldoende gelden staan, wordt die opdracht gedeeltelijk afgewikkeld;

c)

lopende opdrachten ter debitering van de technische rekening die uitsluitend mogen aangeleverd worden door het desbetreffende hulpsysteem (via een XML-bericht).

d)

SWIFT-opdrachten via een MT 202-bericht die alleen mogen worden aangeleverd door een afwikkelingsbank gedurende verwerking overdag. Dergelijke opdrachten worden onmiddellijk afgewikkeld.

15.

De „procedurestart” en het „procedure-einde” gebeuren automatisch na respectievelijk de voltooiing van de „start van verwerking overdag” en het begin van de „einde-dagverwerking”.

16.

Systeemoverschrijdende afwikkeling tussen twee aangesloten systemen die het realtimemodel toepassen, gebeurt zonder tussenkomst door het hulpsysteem waarvan de technische rekening zal worden gecrediteerd. De betalingsinstructie wordt afgewikkeld door debitering van de technische rekening die wordt gebruikt door het de betalingsinstructie initiërende aangesloten systeem, met het in de betalingsinstructie vermelde bedrag en creditering van de technische rekening gebruikt door een ander aangesloten systeem. De betalingsinstructie kan niet worden geïnitieerd door het aangesloten systeem wiens technische rekening zal worden gecrediteerd.

Het aangesloten systeem dat de betalingsinstructie initieert en het andere aangesloten systeem worden op de hoogte gebracht van voltooiing van de afwikkeling. Op hun verzoek worden de afwikkelingsbanken middels een SWIFT MT 900- of MT 910-bericht op de hoogte gebracht van een geslaagde afwikkeling. PM-rekeninghouders die gebruikmaken van toegang via internet, worden middels een bericht op de ICM geïnformeerd.

15.   Optionele gekoppelde mechanismen

1

De ASCB's kunnen het optionele gekoppelde mechanisme „informatieperiode” aanbieden voor afwikkelingsprocedures 3, 4 en 5. Indien het aangesloten systeem (of zijn ASCB in zijn naam) een optionele „informatieperiodetijd” gespecificeerd heeft, ontvangt de afwikkelingsbank een ICM-mededeling die vermeldt tot wanneer de afwikkelingsbank om stornering van de betreffende betalingsinstructie kan verzoeken. De SCB houdt slechts rekening met een dergelijk verzoek als het via het aangesloten systeem wordt meegedeeld en door het aangesloten systeem wordt goedgekeurd. De afwikkeling gaat van start, als de SCB tot de „informatieperiodetijd” geen dergelijk verzoek heeft ontvangen. Na ontvangst door de SCB van een dergelijk verzoek binnen de „informatieperiode”:

a)

wordt de desbetreffende betalingsinstructie gestorneerd wanneer afwikkelingsprocedure 3 voor bilaterale afwikkeling wordt gebruikt, en

b)

worden, indien afwikkelingsprocedure 3 wordt gebruikt voor de afwikkeling van multilaterale saldi, of in afwikkelingsprocedure 4 de totale afwikkeling faalt, alle betalingsinstructies in het bestand gestorneerd en alle afwikkelingsbanken en het aangesloten systeem middels een ICM-mededeling geïnformeerd.

2.

Indien een aangesloten systeem de afwikkelingsinstructies verstuurt vóór de geplande afwikkelingstijd („vanaf”), worden de instructies opgeslagen totdat het geplande tijdstip aangebroken is. In dat geval worden de betalingsinstructies pas aan de invoerverwerking aangeleverd na het bereiken van het „vanaf”-tijdstip. Dit optionele mechanisme kan in de afwikkelingsprocedure 2 worden gebruikt.

3.

Om de afwikkeling van andere met aangesloten systemen verband houdende of Target2-transacties niet in de weg te staan of vertraging daarin te voorkomen, kan de afwikkelingsperiode („tot”) een beperkte tijdspanne voor afwikkeling van aangesloten systemen toewijzen. Als een betalingsinstructie niet wordt afgewikkeld tot het „tot”-tijdstip is aangebroken of binnen de vastgestelde afwikkelingsperiode, worden deze betalingsinstructies ofwel geretourneerd, ofwel kan bij afwikkelingsprocedures 4 en 5 het garantiefondsmechanisme worden geactiveerd. De afwikkelingsperiode („tot”) kan gespecificeerd worden voor afwikkelingsprocedures 2 tot en met 5.

4.

Het garantiefondsmechanisme kan worden gebruikt indien de liquiditeit van een afwikkelingsbank niet volstaat ter dekking van haar verplichtingen resulterend uit afwikkeling van aangesloten systemen. Dit mechanisme strekt tot verstrekking van de benodigde aanvullende liquiditeit, opdat alle in de afwikkeling van een aangesloten systeem betrokken betalingsinstructies afgewikkeld kunnen worden. Dit mechanisme kan bij afwikkelingsprocedures 4 en 5 gebruikt worden. Indien het garantiefondsmechanisme gebruikt moet worden, is het noodzakelijk een speciale garantiefondsrekening aan te houden waarop de „noodliquiditeiten” op aanvraag beschikbaar zijn of beschikbaar gemaakt worden.

16.   Gebruikte algoritmen

1.

Algoritme 4 ondersteunt afwikkelingsprocedure 5. Om afwikkeling te vergemakkelijken en de benodigde liquiditeiten te beperken, zijn alle betalingsinstructies van aangesloten systemen inbegrepen (ongeacht hun prioriteit). Overeenkomstig afwikkelingsprocedure 5 af te wikkelen betalingsinstructies van aangesloten systemen komen niet in de invoerverwerking en worden tot de voltooiing van het lopende optimaliseringsproces in de PM apart gehouden. Meerdere aangesloten systemen die afwikkelingsprocedure 5 toepassen, worden in dezelfde run van algoritme 4 opgenomen indien zij voornemens zijn op hetzelfde tijdstip af te wikkelen.

2.

In afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld kan de afwikkelingsbank een bedrag aan liquiditeiten oormerken om saldi van een specifiek aangesloten systeem af te wikkelen. Deze oormerking gebeurt door op een specifieke subrekening (gekoppeld model) de benodigde liquiditeiten te reserveren. Algoritme 5 wordt zowel voor nachtelijke operaties van aangesloten systemen als voor verwerking overdag gebruikt. In het afwikkelingsproces worden de subrekeningen van de afwikkelingsbanken die geld verschuldigd (short) zijn, gedebiteerd ten gunste van de technische rekening van het aangesloten systeem en vervolgens wordt de technische rekening van het aangesloten systeem gedebiteerd ten gunste van de subrekeningen van de afwikkelingsbanken met een vordering (long). Bij creditsaldi is directe boeking op de PM-rekening van de afwikkelingsbank mogelijk — indien het aangesloten systeem zulks voor de desbetreffende transactie heeft aangegeven. Indien de afwikkeling van één of meer debiteringsopdrachten niet slaagt, d.w.z. ten gevolge van een fout van het aangesloten systeem, wordt de betrokken betaling op de subrekening in de wachtrij geplaatst. Afwikkelingsprocedure 6 gekoppeld kan algoritme 5 dat op subrekeningen loopt, toepassen. Voorts hoeft algoritme 5 geen rekening te houden met limieten of reserveringen. Voor elke afwikkelingsbank wordt de totale positie berekend en alle transacties worden afgewikkeld, indien voor alle totale posities voldoende dekking bestaat. Transacties zonder dekking worden teruggeplaatst in de wachtrij.

17.   Effect van opschorting of beëindiging

Indien het gebruik van de ASI door een aangesloten systeem opgeschort of beëindigd wordt gedurende de afwikkelingscyclus van betalingsinstructies van het aangesloten systeem, wordt de ASCB geacht gemachtigd te zijn de afwikkelingscyclus namens het aangesloten systeem te voltooien.

18.   Schema van werkdagen en openingsuren

1.

Voor een aangesloten systeem dat de ASI of de deelnemersinterface gebruikt, ongeacht het aantal rekeningen dat bij de ASCB en/of de SCB wordt aangehouden, geldt een vergoedingsschema dat uit de volgende elementen bestaat:

a)

Een vaste maandelijkse vergoeding van 1 000 EUR die aan elk aangesloten systeem in rekening wordt gebracht (vaste vergoeding I).

b)

Een tweede vaste maandelijkse vergoeding van 417 EUR tot 8 334 EUR, naar rato van de onderliggende brutowaarde van de cash-afwikkelingstransacties van het aangesloten systeem in euro („vaste vergoeding II”):

Band

Vanuit (EUR miljoen/dag)

Naar (EUR miljoen/dag)

Jaarlijkse vergoeding (EUR)

Maandelijkse vergoeding (EUR)

1

0

onder 1 000

5 000

417

2

1 000

onder 2 500

10 000

833

3

2 500

onder 5 000

20 000

1 667

4

5 000

onder 10 000

30 000

2 500

5

10 000

onder 50 000

40 000

3 333

6

50 000

onder 500 000

50 000

4 167

7

500 000 en hoger

100 000

8 334

De brutowaarde van de cash-afwikkelingstransacties van het aangesloten systeem in euro wordt eens per jaar door de ASCB berekend op basis van de brutowaarde tijdens het voorafgaande jaar, welke waarde wordt toegepast voor het berekenen van de vergoeding vanaf 1 januari van elk kalenderjaar. De brutowaarde omvat niet de op DCA's afgewikkelde transacties.

c)

Een op dezelfde basis berekende transactievergoeding als het in appendix VI bij bijlage II vastgestelde schema voor PM-rekeninghouders. Het aangesloten systeem kan uit twee opties kiezen: betaling van hetzij een vast bedrag van 0,80 EUR per betalingsinstructie (optie A), hetzij een op een degressieve basis berekende vergoeding (optie B), met inachtneming van de volgende wijzigingen:

i)

voor optie B worden de limieten van de banden inzake het volume van betalingsinstructies door twee gedeeld, en

ii)

een maandelijkse vaste vergoeding van 150 EUR (onder optie A) of 1 875 EUR (onder optie B) wordt naast de vaste vergoeding I en de vaste vergoeding II in rekening gebracht.

d)

Naast de onder a) tot en met c) bedoelde vergoedingen gelden voor een aangesloten systeem dat gebruikt maakt van de ASI, of de deelnemersinterface, tevens de volgende vergoedingen:

i)

indien het aangesloten systeem gebruik maakt van de Target2-diensten met toegevoegde waarde voor T2S, bedraagt de maandelijkse vergoeding voor het gebruik van diensten met toegevoegde waarde 50 EUR voor de systemen die optie A gekozen hebben en 625 EUR voor de systemen die optie B gekozen hebben. Deze vergoeding wordt in rekening gebracht voor elke rekening die het aangesloten systeem, dat gebruikt maakt van de diensten, aanhoudt;

ii)

indien het aangesloten systeem een aan één of meerdere DCA's gekoppelde PM-hoofdrekening aanhoudt, bedraagt de maandelijkse vergoeding voor elke gekoppelde DCA 250 EUR, en

iii)

het aangesloten systeem als houder van een PM-hoofdrekening wordt de volgende vergoedingen in rekening gebracht voor met gekoppelde DCA's verband houdende T2S-diensten. Deze posten worden afzonderlijk in rekening gebracht.

Tariefposten

Tarief (eurocent)

Toelichting

Afwikkelingsdiensten

Liquiditeitsoverboekingsopdrachten van DCA naar DCA

9

per transfer

Tegoedmutatie (te weten blokkeren, deblokkeren, liquiditeitsreservering etc.)

6

per transactie

Informatiediensten

A2A-rapporten

0,4

Per business item in enig uitgebracht A2A-rapport

A2A-vragen

0,7

Per business item vraag in enig uitgebracht A2A-rapport

U2A-vragen

10

Per uitgevoerde zoekfunctie

Gedownloade U2A-vragen

0,7

Per business item vraag in enig uitgebrachte en gedownloade U2A-vraag

In een bestand gebundelde berichten

0,4

Per bericht in een bestand

Verzending

1,2

Per verzending

(2)

Elke verschuldigde vergoeding in verband met een aan het aangesloten systeem aangeleverde betalingsinstructie of door hem ontvangen betaling, hetzij middels de deelnemersinterface of de ASI, wordt uitsluitend aan dit aangesloten systeem in rekening gebracht. De Raad van bestuur kan nadere regels stellen voor de vaststelling van via de ASI afgewikkelde in rekening te brengen transacties.

(3)

Elk aangesloten systeem ontvangt een factuur van zijn respectieve ASCB voor de voorafgaande maand op basis van de in punt 1 bedoelde vergoedingen, uiterlijk op de negende werkdag van de volgende maand. Betalingen worden uiterlijk op de 14e werkdag van deze maand gedaan op de door de ASCB aangegeven rekening of worden van een door het aangesloten systeem aangegeven rekening afgeschreven.

(4)

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt elk aangesloten systeem dat uit hoofde van Richtlijn 98/26/EG is aangewezen, afzonderlijk behandeld, zelfs indien twee of meer van hen door dezelfde juridische entiteit worden geëxploiteerd. Dezelfde regel geldt voor aangesloten systemen die niet uit hoofde van Richtlijn 98/26/EG zijn aangewezen, in welk geval de aangesloten systemen middels de volgende criteria worden geïdentificeerd: a) een formele overeenkomst, op basis van een contractueel of wettelijk instrument, bijv. een overeenkomst tussen de deelnemers en de systeemexploitant; b) middels meervoudig lidmaatschap; c) gemeenschappelijke regels en gestandaardiseerde overeenkomsten; en d) voor de clearing, saldering en/of afwikkeling van betalingen en/of effecten tussen de deelnemers.

”.

Naar boven