EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 32001D0015(01)

2001/913/EG: Besluit van de Europese Centrale Bank van 6 december 2001 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2001/15)

PB L 337 van 20.12.2001, blz. 52–54 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
bijzondere uitgave in het Tsjechisch: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 54 - 56
bijzondere uitgave in het Ests: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 54 - 56
bijzondere uitgave in het Lets: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 54 - 56
bijzondere uitgave in het Litouws: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 54 - 56
bijzondere uitgave in het Hongaars Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 54 - 56
bijzondere uitgave in het Maltees: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 54 - 56
bijzondere uitgave in het Pools: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 54 - 56
bijzondere uitgave in het Slowaaks: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 54 - 56
bijzondere uitgave in het Sloveens: Hoofdstuk 10 Deel 003 blz. 54 - 56

Juridische status van het document Niet meer van kracht, Datum einde geldigheid: 31/12/2010; opgeheven door 32010D0029(01)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/913/oj

32001D0913

2001/913/EG: Besluit van de Europeese Centrale Bank van 6 december 2001 betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten (ECB/2001/15)

Publicatieblad Nr. L 337 van 20/12/2001 blz. 0052 - 0054


Besluit van de Europeese Centrale Bank

van 6 december 2001

betreffende de uitgifte van eurobankbiljetten

(ECB/2001/15)

(2001/913/EG)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (hierna het "Verdrag" te noemen), inzonderheid op artikel 106, lid 1, en op de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de "statuten" te noemen), inzonderheid op artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op grond van artikel 106, lid 1 van het Verdrag en artikel 16 van de statuten heeft de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) het alleenrecht machtiging te geven tot de uitgifte van bankbiljetten binnen de Gemeenschap; op grond van deze bepalingen kunnen alleen de ECB en de nationale centrale banken bankbiljetten uitgeven die binnen de deelnemende lidstaten als enige de hoedanigheid hebben van wettig betaalmiddel. Het gemeenschapsrecht voorziet in een systeem van meerdere instellingen die bankbiljetten uitgeven. De ECB en de NCB's geven eurobankbiljetten uit.

(2) Krachtens artikel 10 van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro(1), brengen de ECB en de NCB's (hierna aangeduid als het "Eurosysteem") vanaf 1 januari 2002 in euro luidende bankbiljetten in omloop. Eurobankbiljetten zijn uitdrukkingen van dezelfde gemeenschappelijke munt en onderworpen aan gemeenschappelijke wettelijke regels.

(3) Aan de uitgifte van eurobankbiljetten hoeven geen kwantitatieve of andere beperkingen te worden opgelegd, omdat het in omloop brengen van bankbiljetten een door vraag gestuurd proces is.

(4) Het Besluit ECB/2001/7 van 30 augustus 2001 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten(2), zoals gewijzigd door Besluit ECB/2001/14(3), bevat gemeenschappelijke regels betreffende eurobankbiljetten. De ECB heeft gemeenschappelijke technische specificaties voor eurobankbiljetten vastgesteld, alsook maatregelen ter controle van de kwaliteit om te verzekeren dat de eurobankbiljetten aan die specificaties voldoen. Dientengevolge hebben alle eurobankbiljetten dezelfde fysieke verschijningsvorm en hetzelfde kwaliteitsniveau en dient geen onderscheid te worden gemaakt tussen bankbiljetten van dezelfde denominatie.

(5) De leden van het Eurosysteem dienen aan alle eurobankbiljetten dezelfde eisen op te leggen wat betreft aanvaarding en vervaardiging, ongeacht wie de bankbiljetten in omloop brengt. De huidige praktijk van repatriëring van in de nationale munteenheid luidende bankbiljetten naar de uitgevende centrale bank is daarom niet van toepassing op eurobankbiljetten. Het systeem voor de uitgifte van de eurobankbiljetten is gebaseerd op het beginsel dat eurobankbiljetten niet worden gerepatrieerd.

(6) Krachtens artikel 29.1 van de statuten wordt aan elk van de leden van het Europees Stelsel van Centrale Banken een weging toegekend in de verdeelsleutel voor de inschrijving op het kapitaal van de ECB, zoals vastgelegd in Besluit ECB/1998/13 van 1 december 1998 inzake het procentuele aandeel van de nationale centrale banken in de verdeelsleutel voor het kapitaal van de Europese Centrale Bank(4); deze weging is gebaseerd op de bevolking en op het bruto binnenlands product van iedere lidstaat en bepaalt de bijdragen aan het kapitaal van de ECB, de overdrachten van de externe reserves van de NCB's aan de ECB, de toedeling van monetaire inkomsten van de NCB's, en de verdeling van winst en het delen van een verlies van de ECB.

(7) Eurobankbiljetten zijn wettig betaalmiddel in alle deelnemende lidstaten, circuleren vrijelijk binnen het eurogebied, worden opnieuw uitgegeven door de leden van het Eurosysteem, en kunnen ook worden opgeslagen of gebruikt buiten de eurozone. Verplichtingen voortvloeiend uit de uitgifte van het totale bedrag aan in omloop zijnde eurobankbiljetten dienen daarom volgens een objectief criterium aan de leden van het Eurosysteem te worden toegewezen. Een passend criterium is het aandeel van elke NCB in het volgestorte kapitaal van de ECB. Dit aandeel vloeit voort uit een evenredige toepassing op NCB's van de kapitaalverdeelsleutel zoals bedoeld in artikel 29.1 van de statuten. Aangezien dit criterium niet van toepassing is op de ECB, wordt het procentuele aandeel van door de ECB uit te geven eurobankbiljetten vastgesteld door de Raad van bestuur.

(8) Op grond van het beginsel van decentralisatie voor transacties van het Eurosysteem, dat is vastgelegd in artikel 9.2 en artikel 12.1 van de statuten, wordt het in omloop brengen en uit circulatie nemen van alle eurobankbiljetten, met inbegrip van de door de ECB uitgegeven eurobankbiljetten, toevertrouwd aan de NCB's. Overeenkomstig dit beginsel van decentralisatie is de fysieke verwerking van eurobankbiljetten eveneens in handen van de NCB's.

(9) De verschillen tussen de waarde van de eurobankbiljetten die aan iedere NCB zijn toegedeeld volgens de verdeelsleutel voor de toedeling van eurobankbiljetten, en de waarde van de eurobankbiljetten die de NCB in omloop brengt, leiden tot tegoeden binnen het Eurosysteem. Aangezien de ECB geen eurobankbiljetten in omloop brengt, houdt ze binnen het Eurosysteem vorderingen op de NCB's ter waarde van het door haar uitgegeven aandeel aan eurobankbiljetten. De rentevergoeding van al deze tegoeden binnen het Eurosysteem heeft invloed op de inkomensposities van NCB's, zodat het op artikel 32 van de statuten gebaseerde Besluit ECB/2001/16 van 6 december 2001 inzake de toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten vanaf het boekjaar 2002(5) daarop van toepassing is,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

In dit besluit wordt bedoeld met:

a) "NCB's": de nationale centrale banken van de lidstaten die de gemeenschappelijke munt overeenkomstig het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap hebben aangenomen;

b) "eurobankbiljetten": bankbiljetten die voldoen aan de vereisten van Besluit ECB/2001/7 en aan de door de Raad van bestuur vastgestelde technische specificaties;

c) "verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal": de percentages die voortvloeien uit de toepassing op de NCB's van de weging in de verdeelsleutel zoals bedoeld in artikel 29.1 van de statuten en zoals vastgelegd in Besluit ECB/1998/13;

d) "verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten": de percentages die voortvloeien uit de procedure waarbij het aandeel van de ECB in de totale uitgifte aan eurobankbiljetten in aanmerking wordt genomen en de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal (afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van 0,0005 procent) wordt toegepast op het aandeel van de NCB's in dit totaal. De bijlage bij dit Besluit specificeert de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten zoals die vanaf 1 januari 2002 van toepassing is.

Artikel 2

Uitgifte van eurobankbiljetten

De ECB en de NCB's geven eurobankbiljetten uit.

Artikel 3

Verplichtingen van emittenten

1. Alle eurobankbiljetten, met inbegrip van de door de ECB uitgegeven eurobankbiljetten, worden door NCB's in omloop gebracht en uit circulatie genomen; de fysieke verwerking van die bankbiljetten worden eveneens door NCB's verricht.

2. Op verzoek van de houder accepteren NCB's alle eurobankbiljetten ter inwisseling voor eurobankbiljetten van dezelfde waarde of in het geval van rekeninghouders ter creditering van bij de ontvangende NCB aangehouden rekeningen.

3. NCB's behandelen alle door hen geaccepteerde eurobankbiljetten als passiva en verwerken ze op een gelijke manier.

4. NCB's dragen door hen geaccepteerde eurobankbiljetten niet over aan andere NCB's en houden dergelijke eurobankbiljetten beschikbaar voor heruitgifte. Als uitzondering hierop en overeenkomstig eventuele door de Raad van bestuur van de ECB vastgestelde regels:

a) mogen beschadigde, versleten of ingetrokken eurobankbiljetten door de ontvangende NCB worden vernietigd;

b) mogen door NCB's aangehouden eurobankbiljetten om logistieke redenen in grote hoeveelheden worden herverdeeld binnen het Eurosysteem.

Artikel 4

Toedeling van eurobankbiljetten binnen het Eurosysteem

1. De totale waarde aan in omloop zijnde eurobankbiljetten wordt aan de leden van het Eurosysteem toegedeeld door toepassing van de verdeelsleutel voor de toedeling van bankbiljetten.

2. Het verschil tussen de waarde van de aan iedere NCB overeenkomstig de verdeelsleutel voor toedeling van bankbiljetten toegedeelde eurobankbiljetten en de waarde van de door de betreffende NCB in omloop gebrachte eurobankbiljetten resulteert in tegoeden binnen het Eurosysteem. Binnen het Eurosysteem houdt de ECB vorderingen ter waarde van de door haar uitgegeven eurobankbiljetten op de NCB's naar rato van hun aandeel in de verdeelsleutel voor het geplaatste kapitaal.

Artikel 5

Slotbepalingen

1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

2. Dit besluit wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 6 december 2001.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

Willem F. Duisenberg

(1) PB L 139 van 11.5.1998, blz. 1.

(2) PB L 233 van 31.8.2001, blz. 55.

(3) Nog niet in het Publicatieblad verschenen.

(4) PB L 125 van 19.5.1999, blz. 33.

(5) Zie bladzijde 55 van dit Publicatieblad.

BIJLAGE

VERDEELSLEUTEL VOOR TOEDELING VAN BANKBILJETTEN VANAF 1 JANUARI 2002

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Naar boven